Programma's

Welzijn en Zorg

Wmo

Dit onderdeel gaat over het gebruik van de Wet maatschappelijke ondersteuning; het aantal cliënten en zorgsoorten, ontwikkeling daarin, kenmerken van de cliëntgroep(en) en oordeel over de hulp.

Wmo (exclusief beschermd wonen); cliëntaantallen, ontwikkeling en soorten hulp

In 2021 kregen ruim 12.800 cliënten ondersteuning uit de Wmo, exclusief beschermd wonen (8,6% van de meerderjarige bevolking). Onderstaande figuur laat zien dat dit aantal de afgelopen jaren is gegroeid. Deze groei wordt onderbroken in het tweede kwartaal van 2020. Dit komt doordat de dienstverlening bij verwijzers als het sociaal wijkteam bemoeilijkt werd door de start van de coronacrisis. Na het tweede kwartaal van 2020 neemt het cliëntaantal weer toe en ook in 2021 zet de groei door (+200 cliënten). Gekeken naar de verschillende zorgsoorten toont de figuur dat de groei in cliënten tussen 2020 en 2021 zit bij de cliënten huishoudelijke hulp en ondersteuning. Gedurende 2021 waren er minder cliënten met hulpmiddelen dan in 2020.

Figuur: Unieke cliënten Wmo (excl. beschermd wonen) totaal en naar zorgsoort: 2018 - 2021
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

De cliëntgroep met hulpmiddelen is het grootst (6.280 cliënten in 2021). Deze groep bestaat in meerderheid uit cliënten met een vervoersvoorziening (5.380 cliënten in 2021), gevolgd door woonvoorzieningen (1.870 cliënten in 2021) en rolstoelen (1.570 cliënten in 2021). In omvang wordt de cliëntgroep hulpmiddelen gevolgd door cliënten huishoudelijke hulp (5.960 cliënten in 2021) en begeleiding en dagbesteding (3.770 cliënten in 2021). De kleinste groep vormen de cliënten met verblijf (700 cliënten in 2021). Het verblijf in deze groep is (anders dan bij beschermd wonen) gericht op de korte termijn. Veel cliënten krijgen meerdere soorten ondersteuning. Er zit daarom de nodige overlap tussen de vier cliëntgroepen. Lees hierover meer onder 'stapeling van sociale regelingen' (zie menu links).

Kenmerken cliënten Wmo (excl. beschermd wonen)

Onderstaand overzicht laat voor cliënten hulpmiddelen (vervoersvoorzieningen/woonvoorzieningen/rolstoelen), huishoudelijke hulp en begeleiding/Wmo verblijf zien hoe de groepen (in 2021) zijn opgebouwd qua geslacht, leeftijd en (migranten)herkomst. De cliëntgroepen hulpmiddelen en huishoudelijke hulp hebben veel raakvlakken; in meerderheid vrouw, een kwart tot een derde jonger dan 64, met relatief wat minder cliënten met een niet-westerse migratieachtergrond (resp. 10% en 9%, tegen 15% in de totale bevolking). De cliëntgroep begeleiding/Wmo verblijf ziet er anders uit; wat meer mannen dan vrouwen, in meerderheid jonger dan 64 (89%) en relatief wat meer cliënten met een niet-westerse migratieachtergrond (20%, tegen 15% in de totale bevolking).


Figuur: Geslacht, leeftijd en herkomst naar soort Wmo-hulp
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Spreiding cliënten over de stad

Onderstaande figuur toont de spreiding van Wmo-cliënten over de 10 wijkteamgebieden in de stad. Absoluut gezien wonen de meeste cliënten in Dukenburg en Nijmegen-Oost (beide ruim 2.100). Het aantal Wmo-cliënten als aandeel van de bevolking is het hoogst in Hatert met 14,3%. In het Centrum en Nijmegen-Noord zijn de cliëntaantallen zowel absoluut (resp. 570 en 650) als relatief het laagst (resp. 5% en 4,6%).


Figuur: Cliënten Wmo per gebiedsteam; absoluut en als aandeel van inwoneraantal
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Onderstaande kaart toont de spreiding van Wmo-cliënten meer gedetailleerd, op wijkniveau. Het aandeel cliënten in de bevolking (boven de 18) is het hoogst in Lankforst (16,7%), Hatert (14,3%) en Zwanenveld (14%). Ressen (2,8%) en Kwakkenberg (2,8%) hebben relatief het kleinste aantal cliënten.


Figuur: Aandeel cliënten Wmo per wijk
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Wmo beschermd wonen

In 2021 woonden 1.110 cliënten in een beschermde woonvorm. Dat is fors minder dan in 2020, toen het om 1.350 cliënten ging. Dat komt omdat een substantieel deel van de cliënten is overgegaan naar de Wet Langdurige Zorg. In de jaren daarvoor was sprake van een lichte daling; van 1.470 cliënten in 2018, naar 1.400 in 2019. Verreweg de grootste aanbieder is de RIBW (38% van de cliënten), gevolgd door IrisZorg (15% van de cliënten). De overige cliënten worden gehuisvest door tientallen kleinere aanbieders. Indicatiestelling voor beschermd wonen gebeurt bij de GGD.

Kenmerkend aan de cliëntgroep is dat deze in meerderheid bestaat uit mannen (67%) en personen onder de 65 jaar (94%) (zie onderstaande figuur). Nijmegen heeft voor beschermd wonen een regiofunctie, wat betekent dat Nijmegen het beschermd wonen ook verzorgt voor cliënten uit de regio (Rijk van Nijmegen en Gennep, Tiel, Culemborg, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Buren, West Betuwe). In 2021 woonden 610 cliënten in Nijmegen (55%), de rest woonde buiten de stad.


Figuur: Geslacht en leeftijd van cliënten beschermd wonen
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Oordeel over Wmo-hulp

In gemeentelijk cliëntervaringsonderzoek schommelt het rapportcijfer dat Wmo-cliënten geven voor de kwaliteit van de hulp rond de 7,5. Het oordeel over het regelen van de hulp ligt doorgaans wat lager; een 7,4 in 2020, tegen een 7,2 in de voorgaande twee jaar. Het minst tevreden zijn cliënten over de snelheid waarmee zij zijn geholpen. Van de cliënten die in 2020 hulp kregen is 1 op de 5 hier ontevreden over. Het oordeel van cliënten beschermd wonen blijft over de jaren op onderdelen achter, zowel als het gaat om het regelen van hulp als de hulp zelf.  

Figuur: Rapportcijfer regelen en kwaliteit Wmo-hulp 2018 - 2020
Bron: Gemeentelijk cliëntervaringsonderzoek

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2022 17:06:38 met de export van 07/14/2022 16:46:55