Programma's

Welzijn en Zorg

Gezondheid en leefstijl

  • De Burgerpeiling 2021 laat zien dat ruim drie kwart van de Nijmegenaren (16+) de eigen gezondheid goed of zeer goed vindt. Het gemiddelde rapportcijfer voor hoe gelukkig men zich voelt ligt op 7,6. Zowel gezondheid als geluk worden lager beoordeeld naarmate inwoners een lagere welstand hebben. Ten opzichte van 2019 zijn deze cijfers nauwelijks veranderd. We meten dus geen effect van de coronacrisis op hoe inwoners in het algemeen hun eigen gezondheid en geluk beoordelen. Daarbij moet bedacht worden dat de enquêtes voor de Burgerpeiling 2021 zijn ingevuld in een periode van relatief lichte coronamaatregelen.
  • Een gunstige ontwikkeling is dat het aandeel rokers verder is afgenomen, een ongunstige ontwikkeling is dat het aandeel inwoners met overgewicht is toegenomen.
  • Via de Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 (GGD, RIVM, CBS) zijn er diverse effecten van de coronacrisis gemeten: meer depressieve gevoelens, stress en gevoelens van eenzaamheid en minder bewegen en alcoholgebruik. Het aandeel volwassenen met een hoog risico op angststoornis of depressie is niet toegenomen. En het aandeel, dat zich ernstig eenzaam voelt, is licht gedaald. Ongunstig is dat het aandeel dat voldoende beweegt is afgenomen en dat het aandeel met overgewicht wat is toegenomen. Positief is de afname van het aandeel rokers en overmatige drinkers.
  • Van de scholieren omschrijft 87% zichzelf als (zeer) gezond.  Net als bij de volwassenen zien we ook bij de scholieren een afname van het aandeel rokers en van het alcoholgebruik. Overgewicht blijft een aandachtspunt.
  • Van ouders met kinderen tussen de 0 en 12 jaar vindt 97% hun kind gezond of heel gezond, maar daaronder ligt een aantal serieuze aandachtspunten rond welbevinden, voeding, overgewicht en (te weinig) bewegen.

Ouderen en laagste welstandsklassen beoordelen hun gezondheid minder vaak als goed

Van de volwassen Nijmegenaren beoordeelt 78% de eigen gezondheid als goed of zeer goed, zo blijkt uit de Burgerpeiling 2021. De ervaren gezondheid is de afgelopen jaren stabiel. De Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 ( GGD, RIVM, CBS) geeft een vergelijkbaar beeld; 76% van de volwassen inwoners  is naar eigen zeggen (zeer) goed gezond (versus 77% in 2016).


Figuur: Ervaren gezondheid volwassenen. Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen.

Welke inwoners voelen zich meer of minder gezond dan anderen?
Onderstaande figuur op basis van de Burgerpeiling 2021 laat zien dat de ervaren gezondheid terugloopt naarmate inwoners ouder worden; van de inwoners van 19 tot 34 jaar vindt 86% zich (zeer) gezond, onder 75-plussers is dat 53%. De figuur laat ook zien dat welstandsklasse/SES (een combinatie van opleiding en inkomen) een rol speelt. Inwoners in de lagere welstandsklassen voelen zich minder gezond (39% tot 62% gezond of zeer gezond) dan Nijmegenaren in de hogere welstandsklassen (86% tot 89% gezond of zeer gezond). In 2019 werden vergelijkbare verschillen naar leeftijd en welstandsklasse gemeten.
Gekeken naar herkomst is te zien dat Nijmegenaren met een niet-Europese migratieachtergrond hun gezondheid lager beoordelen dan gemiddeld (70% gezond of zeer gezond). Inwoners met een Europese migratieachtergrond blijven in mindere mate achter (76% gezond of zeer gezond) op inwoners met een Nederlandse achtergrond (80% gezond of zeer gezond).


Figuur:  Percentage (zeer) gezond naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES) en herkomst. Bron: Burgerpeiling 2021 gemeente Nijmegen.

Oordeel over geluk verschilt naar welstandsklasse

Uit de Burgerpeiling 2021 blijkt dat Nijmegenaren gemiddeld het rapportcijfer 7,6 geven voor hoe gelukkig ze zich voelen, net als in 2019.
Onderstaande figuur geeft inzicht in groepsverschillen. Meest opvallend is dat inwoners minder gelukkig zijn naarmate zij een lagere welstandsklasse/SES (een combinatie van opleiding en inkomen) hebben: inwoners in de hoogste welstandsklasse (7,9) scoren aanmerkelijk hoger dan inwoners in de laagste welstandsklasse (7,1).


Figuur:  Rapportcijfer voor geluk naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES) en herkomst. Bron: Burgerpeiling 2021 gemeente Nijmegen.

Afname roken bij volwassenen, ook alcoholgebruik gedaald

Roken levert in vergelijking met andere leefstijlfactoren de grootste schade op in de zin van de meeste verkorte levensjaren en gezondheidskosten. Uit de Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 (GGD, RIVM, CBS) blijkt dat 19% van de volwassen Nijmegenaren rookt. Dat is een daling ten opzichte van de vorige metingen: 23% in 2016 en 26% in 2012. De onderstaande  figuur laat zien dat er onder de inwoners jonger dan 65 jaar (19% tot 24%) en Nijmegenaren met een lagere of middelbare opleiding (24% tot 26%) relatief veel rokers zijn.
Sinds de coronacrisis is 3% meer en 3% minder gaan roken.


Figuur:  aandeel rokers naar geslacht, leeftijd en opleiding. Bron: GGD-gezondheidsmonitor 2020.

De Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 (GGD, RIVM, CBS) laat zien dat 20% van de volwassen Nijmegenaren overmatig alcohol drinkt (meer dan 14 glazen per week voor mannen en meer dan 7 glazen per week voor vrouwen). In 2016 lag dat percentage op 21% en in 2012 op 29%. Gekeken naar leeftijd vallen de groepen van 18 tot en met 34 (21%) en 50 tot en met 74 jaar (22% tot 25%) op. Kijken we naar opleiding dan zien we dat tot de Nijmegenaren met een middelbare en hogere opleiding meer overmatige drinkers behoren (20% tot 21%). Dit is te zien in de onderstaande figuur.
Sinds de coronacrisis is 19% minder  gaan drinken en 7% meer.


Figuur: aandeel overmatig drinkers (volgens nieuwe norm GGD) naar geslacht, leeftijd en opleiding. Bron: GGD-gezondheidsmonitor 2020.

Aandeel Nijmegenaren met overgewicht licht toegenomen

De Gezondheidsmonitor 2020 (GGD, RIVM, CBS) laat zien dat het aandeel volwassen Nijmegenaren met overgewicht (op basis van zelfrapportage van lengte en gewicht) gestegen is van 39% in 2016 naar 41% in 2020. Bij 11% van de volwassen Nijmegenaren is er sprake van ernstig overgewicht (versus 10% in 2016). Onderstaande figuur laat zien dat het vaker gaat om mannen (45%) en inwoners die laag of middelbaar zijn opgeleid (61% resp. 45%) en minder vaak om 19-34-jarigen (26%).


Figuur: Aandeel overgewicht naar geslacht, leeftijd en opleiding. Bron: GGD-gezondheidsmonitor 2020.

Hoe is het gesteld met leefstijlfactoren die met overgewicht samenhangen?
De Gezondheidsmonitor 2020 (GGD, RIVM,. CBS) laat zien dat 55% van de volwassen Nijmegenaren voldoet aan de beweegrichtlijn (personen vanaf 18 jaar dienen minstens 2,5 uur per week matig intensieve inspanning  te verrichten verspreid over diverse dagen, zoals wandelen en fietsen, en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten). Dat is een daling ten opzichte van 2016 (59%), waarbij de coronapandemie een rol speelt; 40% geeft aan dat men door de coronacrisis minder is gaan sporten en bewegen en 16% meer. Met name onder 75-plussers (23%) en laag opgeleiden (36%) is het aandeel dat voldoet aan de beweegrichtlijn relatief laag.
In 2020 is voor het eerst gevraagd hoe veel men zit. Ruim de helft van de volwassen Nijmegenaren (51%) geeft aan minstens 8 uur per dag te zitten. Bij 18-34-jarigen en hoog opgeleiden ligt dit aandeel het hoogst (62%).


Figuur: Aandeel dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen naar geslacht, leeftijd en opleiding. Bron: GGD-gezondheidsmonitor 2020.

Het aandeel volwassen Nijmegenaren dat dagelijks fruit eet is gestegen van 38% in 2016 naar 42% in 2020. Het aandeel dat dagelijks groente eet is hetzelfde gebleven (56%). Groepen die op deze punten achterblijven zijn mannen en laag en middelbaar opgeleiden. Voor het eten van fruit blijven ook de inwoners onder de 65 jaar achter (zie onderstaande figuur). In 2020 is verder gemeten dat 8% van de volwassen Nijmegenaren nooit vlees eet. Bij vrouwen (11%), hoog opgeleiden (12%) en 18-34-jarigen (12%) ligt dit aandeel hoger.


Figuur: Eten van groente en fruit naar geslacht, leeftijd en opleiding. Bron: GGD-gezondheidsmonitor 2020.

Coronacrisis heeft gevolgen voor het welzijn

Bij de Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 (GGD, RIVM, CBS), die najaar 2020 is uitgevoerd, zijn vragen gesteld over de gevolgen van de coronapandemie. De antwoorden daarop laten zien dat er op diverse punten gevolgen van de coronacrisis ervaren worden:

  • 20% geeft aan dat het meer voorkomt dat men zich depressief voelt, 3% minder. Het aandeel met een matig risico op een angststoornis of depressie is gestegen van 46% in 2016 naar 50% in 2020. Het aandeel met een hoog risico hierop is gelijk gebleven (8%).
  • 29% geeft aan dat het meer voorkomt dat men last van stress heeft, 5% minder.
  • 66% geeft aan minder sociale contacten te hebben, 3% meer.
  • 27% geeft aan zich meer eenzaam te voelen, 3% minder. Het aandeel dat zich matig eenzaam voelt is gestegen van 31% in 2016 naar 37% in 2020, maar er is geen sprake van een groei van het aandeel ernstig eenzamen (12% in 2016 en 9% in 2020).
  • 7% is meer alcohol gaan drinken en 19% minder.
  • 40% is minder gaan sporten en bewegen en 16% meer.

Jongvolwassenen geven relatief het vaakst aan dat er sprake is van verslechteringen op het gebied van welbevinden en leefstijl door de coronapandemie.

Gezondheid middelbare scholieren

Onderzoek door de GGD onder middelbare scholieren (Gezondheidsmonitor jeugd / E-MOVO: laatste meting in 2019, nieuwe meting in 2023) laat zien dat 85% zich goed gezond voelt. Van de jongeren voldoet 53% niet aan de norm gezond bewegen (minimaal 5 dagen per week minstens 1 uur). Dit aandeel schommelt sinds 2013 steeds rond de 50%. Vijftien procent heeft overgewicht, hoewel een wat groter aandeel jongeren zichzelf te zwaar vindt (21%; meisjes met 29% veel vaker dan jongens met 14%).

Van de scholieren zegt 85% meestal (zeer) gelukkig te zijn. Bij 12% is er sprake van een verhoogd risico op psychosociale problemen (11% in 2015). Ruim veertig procent (44%) voelt zich vaak gestrest en 47% ervaart vaak prestatiedruk. De meest genoemde aanleidingen voor stress zijn ‘school of huiswerk’ of ‘alles wat ik moet doen (school, huiswerk, sociale media, bijbaantje, sporten etc.)’. Minder vaak genoemde aanleidingen zijn ‘situatie thuis’ en ‘eigen problemen’. Jongeren, die vaak stress ervaren door thuis of eigen problemen, voelen zich veel minder gelukkig en minder gezond dan gemiddeld.

Enkele positieve trends zijn:

  • afname van alcoholgebruik (20% in de afgelopen 4 weken gedronken, tegen 57% in 2013);
  • afname van roken (94% rookt nooit, tegen 80% in 2013) en wietgebruik (6% in de laatste vier weken gebruikt, tegen 13% in 2013), hoewel het gebruik van e-sigaretten in opkomst is (door 11% vaker dan één keer geprobeerd);
  • afname van het risico op problematisch gamen (2%, tegen 5% in 2015);
  • afname van problematisch gebruik van sociale media (7%, tegen 10% in 2015).

Gezondheid kinderen 0 tot 12 jaar

De kindermonitor, uitgevoerd door de GGD, geeft een beeld van de gezondheid van kinderen van 0 tot 12 jaar. De meest recente kindermonitor is uit 2017. Een ruime meerderheid van 97% van de ouders vindt de gezondheid van hun kinderen goed of zeer goed. Hierbij zijn er geen echte verschillen naar leeftijd van de kinderen en sociaal economische positie (SES) van de ouders. Wel zijn kinderen van ouders met een lage SES vaker ziek thuis gebleven van school en vaker bij de huisarts geweest. Zeven procent van de kinderen heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen, 10% zit in het grensgebied. De andere 83% heeft geen verhoogd risico.

Opmerkelijk zijn de verschillen in de waarneming van overgewicht tussen (de mening van) ouders en de (metingen van de ) Jeugdgezondheidszorg (JGZ), waarbij Jeugdgezondheidszorg meer overgewicht waarneemt dan ouders rapporteren. Bij de 4- tot 12-jarigen is er volgens de JGZ bij 16% sprake van overgewicht, volgens de ouders bij nog geen 7%. Bij de 0- tot 4-jarigen is er ook een aanmerkelijk verschil, resp. 8% en 3%.

Positieve ontwikkelingen zijn:

  • een lichte afname van de groep met een verhoogd risico op psychosociale problemen (9% in 2013, 7% in 2017);
  • ouders zijn strenger op toekomstig alcoholgebruik;
  • meer kinderen hebben een gezonde start (moeder rookte niet en dronk geen alcohol tijdens de zwangerschap);
  • thuis wordt er minder gerookt waar het kind bij is;
  • Nijmeegse kinderen eten relatief veel groente en fruit;
  • meer ouders geven aan dat ze de buurt kindvriendelijk vinden (82%, tegen 80% in 2013 en 76% in 2009).

Negatieve ontwikkelingen zijn:

  • meer kinderen hebben last van een ingrijpende gebeurtenis in hun leven;
  • minder ouders vinden hun kind meestal weerbaar (67% in 2013 naar 59% in 2017);
  • minder ouders krijgen hulp van familie/bekenden bij het opvoeden van de kinderen (73% soms tot vaak in 2013 tegen 64% in 2017).

Aandachtspunten zijn verder:

  • 9% van de kinderen beweegt weinig (is matig actief of inactief);
  • (faal)angst en onzekerheid zijn belangrijke punten van zorg van ouders met een kind op de basisschool.
Deze pagina is gebouwd op 07/14/2022 17:06:38 met de export van 07/14/2022 16:46:55