Programma's

Economie en Toerisme

Aantrekkingskracht Nijmegen

De aantrekkingskracht van Nijmegen is veelzijdig. Binnen de eigen regio heeft Nijmegen een sterke werkfunctie. Als winkel- en ook steeds meer als uitgaansstad wordt het stadscentrum hoog gewaardeerd en - ondanks druk op de functie als aankoopplaats - als toekomstbestendig gezien. Toeristisch heeft de stad een goed imago en, tot aan de corona-crisis, toenemend bezoek. De achterblijvende logiescapaciteit wordt versterkt.

Werkstad in de regio, maar ook woonstad in Nederland

Nijmegen telt in 2021 105.340 banen bij 17.565 vestigingen van bedrijven en instellingen in de stad. Daarmee overtreft het aantal banen net de omvang van de lokale beroepsbevolking (werkend of werkzoekend) van de stad (100.000).
Wat betreft beschikbaarheid van banen ten opzichte van de eigen beroepsbevolking (werkfunctie) scoort Nijmegen in 2020 iets beneden gemiddeld ten opzichte van de andere kennissteden (6% onder het gemiddelde). Gemeenten als Eindhoven, Arnhem en Groningen scoren binnen de groep kennissteden beter. In werkfunctie staat Nijmegen op de vijfde plaats van de acht kennissteden, met Leiden, Enschede en Tilburg achter zich.
Sectoraal komt de specialisatie van de stad in onderwijs-gezondheidszorg goed naar voren in de eerste plek in de collectieve diensten (50% van de banen, tegen gemiddeld 30% landelijk en 41% in de kennissteden). De industrie is veel kleiner (10%), maar vergeleken met andere kennissteden toch nog wel dichtbij het gemiddelde (12%). Tilburg, Enschede en Eindhoven kennen meer industriële werkgelegenheid.  In de commerciële diensten (zakelijke en overige diensten) is de positie van de stad zeer bescheiden (laatste plaats van de acht kennissteden). Normaal zouden in de zakelijke en overige diensten 34% van de banen verwacht worden, in Nijmegen is dat slechts 27%. Dit is ook één van de achtergronden van de relatief kleine kantoorsector in Nijmegen.


Figuur: Rangorde van Nijmegen binnen de acht kennissteden in aandeel banen per sector en de totale werkfunctie (banen/lokale beroepsbevolking). Bron: WSJG/LISA, statistisch jaar 2020.

De arbeidsmarkt kent geen gemeentegrenzen. 59% banen van werknemers in Nijmegen wordt vervuld door mensen die niet in Nijmegen wonen. Onder hen vooral veel mensen die in de gemeenten direct rond Nijmegen wonen (37% van de inkomende pendel)  maar ook veel die in de rest van de Groene Metropoolregio wonen.
Omgekeerd zijn er 45.200  Nijmegenaren (52% van de Nijmeegse werknemers)  die buiten hun woongemeente werken. De uitgaande pendel is daarmee kleiner dan de binnenkomende pendel (60.800). De Nijmegenaren die buiten Nijmegen werken, doen dat niet vaak in de gemeenten rond de stad (22% van de uitgaande pendel) maar vooral in gemeenten wat verder van Nijmegen. In die zin is Nijmegen de werkstad binnen de eigen regio evenals een hooggewaardeerde woonstad als uitvalsbasis naar werk elders in Nederland.
De interactie van Nijmegen met de rest van Nederland is tamelijk constant. Een effect van thuiswerken door corona is in deze cijfers nog niet overtuigend zichtbaar. Zowel de inkomende als de uitgaande pendel valt een fractie terug na een groeitrend in de jaren daarvoor.
Al met al is het aantal Nijmeegse werknemers dat buiten de stad werkt met 45.200 flink groter dan de groep die in de stad blijft om te gaan werken (41.600).  Dit onderstreept nog eens het belang van bereikbaarheid van banen, ook buiten de stad,  voor de economische perspectieven van de Nijmeegse beroepsbevolking.

Figuur: In- en uitgaande pendel Nijmegen. Waar wonen de mensen die in Nijmegen werken (boven) en waar werken de werknemers die in Nijmegen wonen (onder). Bron: CBS, december 2020, betreft banen van werknemers x 1000

Van winkelstad naar uitgaansstad, in corona-tijd

In de binnenstad zitten wat betreft detailhandel vooral winkels in de niet-dagelijkse sector (bijvoorbeeld kleding en schoenen) die door mensen van binnen en buiten de stad bezocht worden. In 2016 is vastgesteld dat de Nijmegen-Centrum een winkelomzet kende van ca. 308 miljoen euro, waarvan 40 miljoen in de dagelijkse sector.  In 2009 werd de jaaromzet (dagelijks en niet dagelijks) nog geraamd op 388 miljoen euro.  De binnenstad heeft als aankoopplaats van goederen dus duidelijk aan belang ingeboet (-80 miljoen, -20%).
Ook aan de werkgelegenheid in de binnenstadsdetailhandel (-18% van 2011 naar 2021) is te zien dat de binnenstad als 'place to buy' onder druk staat. De zuivere detailhandelsleegstand is weliswaar tamelijk laag (januari 2022: 6,1% tegenover 11,9% in de benchmarksteden), maar het in gebruik zijnde winkeloppervlak is wel met 24% afgenomen sinds het topniveau in 2006, het aantal winkels zelfs nog iets meer. Dat de leegstand niettemin laag is gebleven, geeft aan dat de binnenstad zich snel aanpast en dat het ook een interessante plek is voor andere functies (o.m. wonen, horeca).

Het aantal banen in de horeca laat tot en met 2019 de tegenovergestelde beweging zien van die in de detailhandel. In dezelfde periode dat de werkgelegenheid in de binnenstedelijke detailhandel met 15% krimpt, zien we het aantal banen in de horeca on dat gebied met maar liefst 15% toenemen. In 2016 (faillissementsjaar van V&D) overtreft het aantal horeca-banen voor het eerst de werkgelegenheid in winkels en die trend zet daarna door. Dit markeert de opkomst van de binnenstad als 'place to be’ of ‘place to meet'. De horeca is daardoor steeds meer de onderscheidende sector in het stadscentrum. De binnenstad telt normaal rond 15% van de banen in de stad, een kwart van de detailhandelsbanen en maar liefst 55% van de horecabanen.

In Nijmegen-Centrum neemt volgens het horecaonderzoek het aantal horecavestigingen tussen 2007 en 2018 met bijna 50 toe tot 280. De groei zit in het “eten”: lunchrooms (+20), restaurants (+5), café-restaurants (+18), fastfood (+9) terwijl het aantal cafés met zeventien stuks daalt tot 59. Nijmegen loopt met deze ontwikkelingen in de pas met de vergelijkings(binnen)steden.

Mede door corona daalt het aantal banen in het stadscentrum, tegen de stedelijke groeitrend in. In de winkels is die daling een voortzetting van een trend, in de horeca een duidelijke (tijdelijke?) trendbreuk.

 
Figuur: Banen in de detailhandel en de horeca, Nijmegen-Centrum; bron: PWE-Gelderland 2019

In 2020 staat voor de horeca de corona-crisis centraal. De sector is ongekend hard geraakt en daarmee ook de binnenstad. In het begin van de corona-crisis is er een selectie gemaakt van zogenaamde getroffen sectoren (binnen de TOGS-regeling). In de stad als geheel viel 24% van de banen binnen die sectoren, in het stadsdeel Nijmegen-Centrum was dat maar liefst 45% van de werkgelegenheid. Uiteindelijk zien we een verlies van 1.800 banen in het stadsdeel Nijmegen-centrum tussen 2019 en 2021, waarvan 760 in de detailhandel, horeca en cultuur, sport en recreatie. Het overige banenverlies betreft voor een groot deel verhuizing binnen de stad, zonder relatie met corona.

In de corona-tijd laten de cijfers laten in 2020 en 2021 begrijpelijkerwijs een zeer sterk wisselend beeld zien als het gaat om bezoekersaantallen. Summiere steekproeftellingen op straat tijdens winkeltijden van Locatus laten een daling zien van ca. 40%. In 2020 zien we 23% en 2021 27% minder parkeertransacties dan in 2019. Het derde kwartaal verliep in beide jaren vrijwel normaal. In passantenaantallen is het beeld nog veel scherper dan bij het parkeren: 2020 -53% in stationsgebied en enkele centrum­straten; 2021: -44%.  

De 870 geënquêteerde passanten voor de stadscentrummonitor (najaar 2020, met dichte horeca en open winkels)  kwamen meer dan in 2018 uit Nijmegen en minder uit het buitenland. De mensen kwamen veel meer te voet en ook wel op de fiets of met de auto, maar veel minder met het OV (26 naar 12%). Voor de groep die overstapte van OV naar auto, was voor ca. 40% corona de reden.
De passanten kwamen in najaar 2020 veel vaker met winkelen als bezoekdoel en veel minder met recreatieve doelen. Binnen die recreatieve doelen daalde het horecabezoek en groeide het rondkijken en wandelen. Functioneel bezoek nam ook af door het thuiswerken.
Door de meer lokaal/regionale herkomst van het bezoek, waren er minder incidentele bezoekers en ook minder mensen die de stad voor het eerst bezochten. Mensen bleven ook veel korter in de binnenstad, mede door gesloten horeca. De besteding per bezoekgroep was niet sterk veranderd in 2020.

De binnenstad kende in 2020, zes jaar na het “uitpakken” van het vernieuwde Plein 1944, een 7,6 als algemene waardering van passanten. Iets lager dan in 2018, maar ondanks corona nog steeds een hoge waardering. De respondenten is gevraagd het oordeel te baseren op hun indruk over heel 2020. Dus niet alleen de situatie met de dichte horeca en beperkt geopende winkels van dat moment (eind oktober 2020). Maar de beperkingen van dat moment mochten wél meewegen in het oordeel. We zien dan dat de gemeten aspecten voor aanbod (winkels, cultuur, evenementen, etc.) behoorlijk op peil blijven. Binnen de ambiance is het algehele beeld gemiddeld ook stabiel, zij het dat  de netheid wat terugloopt. Volgens de terugmeldingen van de enquêteurs en de open antwoorden, werd nogal eens gewezen op zwerfvuil door afhalen
De bereikbaarheidsscores laten door De Oversteek, betere en meer fietsstallingsmogelijkheden en de toevoeging van de Kelfkensbos- en Keizer Karelgarage over de lange termijn sterke verbeteringen zien. Scores voor fiets en OV doen een stapje terug in 2020 ten opzichte van de in vergelijking met eerdere jaren erg hoge scores van 2018.

algemeen oordeel en aanbod

ambiance

verkeersaspecten

Figuur: Waarderingen van passanten in de Nijmeegse binnenstad. Bron: Voorrapportage Stadscentrummonitor 2020-2021, O&S 2021.

Toerisme

Toerisme en recreatie zijn voor Nijmegen belangrijk. Er werkten in 2019 7.390 mensen in deze sectoren in Nijmegen. Daarmee is het een grote werkgever in de stad, groter dan de bouw, de overheid of het vervoer.  Verreweg het grootste aandeel van de toeristische banen zit in de horeca. Vooral die banen zijn in de jaren tot 2020 flink in aantal gegroeid. 2020 en 2021 zijn zeer bewogen jaren voor toerisme, horeca, evenementen, de podia en andere aanbieders van recreatie, sport en vermaak. Het aantal banen in de horeca loopt in 2020 en 2021 met 930 terug,  waarvan 550 in de binnenstad. Het belang van deze sectoren voor de stad en de binnenstad in het bijzonder zijn zoals gezegd groot en daarmee deze gevolgen ook.

Een kwart van de Nederlanders was in bij een peiling in 2015 één of meerdere keren in Nijmegen geweest. Zij hadden vooral alledaagse bezoekredenen, zoals een bezoek aan bekenden (32%), zakelijke bezoek (22%) of een bezoek voor vrije tijdsdoeleinden als winkelen (31%) of eten buiten de deur (21%). Bezoekers met een bepaalde bezoekreden (bijvoorbeeld winkelen), zijn doorgaans positief over wat Nijmegen op dat vlak te bieden heeft (bijvoorbeeld het winkelaanbod). Zo is 94% van de bezoekers die de stad bezocht om de geschiedenis te ervaren, positief over wat Nijmegen op dat vlak te bieden heeft. Voor (bijna) alle terreinen geldt dat 80 à 90% van de gebruikers (zeer) positief is over het Nijmeegs aanbod.

Ruim de helft van de Nederlanders heeft de stad nooit of lang geleden bezocht maar zou dit (misschien) wel willen. Gekeken naar de redenen waarom zij Nijmegen zouden willen bezoeken, vallen activiteiten met een toeristisch karakter op; het bekijken van de binnenstad (54%), het ervaren van de geschiedenis (30%), wandelen en fietsen (27%) en museumbezoek (19%). Het ervaren van de geschiedenis is nog belangrijker voor mensen die graag een weekend in Nijmegen willen doorbrengen. Het imago van Nijmegen als historische stad komt hiermee duidelijk terug in de bezoekwensen die mensen hebben. Hoewel men bij Nijmegen al snel aan de Vierdaagse denkt, speelt dit evenement als motivatie om Nijmegen een keer te bezoeken een bescheiden rol (genoemd door 10% van de mogelijke bezoekers).
Figuur: Beelden die Nederlanders bij Nijmegen hebben; hoe groter een beeld, hoe vaker dit beeld is genoemd. Bron: Het imago van Nijmegen 2016; O&S 2017

In de hotelovernachtingen in Nijmegen is deze interesse goed terug te vinden. Na een lichte terugval in de magere jaren 2008-2013, trekt de groei vooral vanaf 2016 flink aan. Sinds het dieptepunt tijdens de recessie is het aantal hotelovernachtingen meer dan verdubbeld tot ruim 300.000 in 2018 (incl. B&B). In 2019 loopt het aantal overnachtingen iets terug (-2%) , in het  corona-crisisjaar 2020 gaat er nog eens 44% vanaf.

Figuur: Hotelovernachtingen Nijmegen 1999-2020 (registratie bureau belastingen).

Lange tijd bleef de hotelcapaciteit flink achter bij de groei in hotelovernachtingen. Gerelateerd aan het bevolkingsaantal van de steden, zakte Nijmegen gestaag van de 17e plaats in 1999 naar de 22e plaats in 2014 van de 25 grootste gemeenten in hotelbeddenaanbod per hoofd van de bevolking. Ondanks een flinke uitbreiding van de capaciteit met 550 bedden tussen 2014 en 2019, blijft Nijmegen steken op de 22e plaats van de 25 grootste gemeenten. Anders gezegd heeft de stad met de capaciteitsuitbreiding haar positie als hotelstad niet meer dan vast weten te houden. Ook in andere steden groeit de hotelsector én Nijmegen zelf groeit "onder de deelstreep" flink in aantal inwoners.


Figuur: Hotelcapaciteit Nijmegen per hoofd van de bevolking, positie in de 25 grootste gemeenten, 1999-2019. Bron: bedrijfschap horeca/HorecaDNA.

Naast de grotere hotels hebben zich in de loop van de jaren echter een flink aantal kleinere hotels, bed & breakfasts, apart-hotels, shortstay's en aanbieders van gastenkamers op de markt begeven. Mensen die Nijmegen willen bezoeken kunnen inmiddels op tientallen adressen terecht, van eenvoudig tot luxueus. Op boekingssites worden meer dan 50 opties in Nijmegen gepresenteerd. Via AirBnB kunnen mensen kiezen uit meer dan 300 accommodaties in de stad (situatie 2017). Uitgaand van twee bedden per adres zou dat al rond de 40% zijn van de hotel- en B&B-sector in de stad.
Ook is de capaciteit in de grote hotels inmiddels flink uitgebreid. In de loop van 2016 is in Lent het van der Valk-hotel geopend. Een uitbreiding van het Bastion Hotel is inmiddels ook gerealiseerd. Daarnaast zijn er meerdere plannen voor toevoeging van capaciteit (Opus-gebouw, Metterswane). De verwachting is dan ook dat de logiescapaciteit zich verder aanpast aan het gestegen bezoek aan Nijmegen.

Figuur: Bezoekende cruiseschepen en -passagiers. Bron: Havendienst Nijmegen.

De cruisevaart heeft in 2013 te lijden gehad onder de beperkte afmeermogelijkheden door de werkzaamheden aan de damwand van de Waalkade. Daardoor halveerden de gangbare cijfers over bezoekende schepen en passagiers. Na het gereedkomen van de nieuwe damwand, zien we dat het bezoek flink stijgt. In 2018 (ruim 90.000 passagiers en 760 schepen) meerden extra veel schepen af door de lage waterstanden stroomopwaarts.  In 2019 was dat weer genormaliseerd en deed het aantal schepen en passagiers een klein stapje terug. In 2020 tekent zich vanaf maart een rampjaar af voor de cruisevaart. Door allerlei beperkingen in het internationale  reisverkeer en het toerisme zakt het aantal aangekomen schepen en passagiers in met rond de 80%! De Havendienst Nijmegen heeft 591 geplande aankomsten moeten annuleren. Uiteindelijk waren er 159 schepen met ca. 13.500 passagiers die Nijmegen in 2020 aandeden. In 2021 herstelt de situatie een klein beetje, maar met 65% minder passagiers dan vóór corona blijft het beeld erg slecht.

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2022 17:06:38 met de export van 07/14/2022 16:46:55