Hoofdopgaven

Sociaal

Zorg en ondersteuning

Aantal cliënten jeugdhulp niet veel veranderd

Over heel 2021 gemeten waren er 4.603 personen die het hele jaar of een deel van het jaar gebruikgemaakt hebben van maatwerkvoorzieningen binnen de jeugdhulp (ruim 15% van alle Nijmegenaren onder de 18 jaar). Ook in 2019 en 2020 lag dit aantal in de buurt van de 4.600.
Van de 4.603 jeugdhulpcliënten in 2021 hebben er bijna 4.500 een vorm van ambulante hulp gehad: jeugdhulp zonder verblijf. Ook in 2019 en 2020 ontvingen circa 4.500 personen jeugdhulp zonder verblijf.
In een deel van de gevallen is verblijf buiten het eigen gezin noodzakelijk voor de behandeling of voor het veilig opgroeien van kinderen (plaatsing in een pleeggezin, gezinshuis of behandelgroep). Het aantal cliënten jeugdhulp met verblijf is licht afgenomen, van 539 in 2018 naar 503 in 2021. Een meerderheid van deze laatste groep krijgt ook ambulante hulp.
Het percentage 0- t/m 17-jarigen met jeugdhulp is relatief hoog in de stadsdelen Dukenburg, Lindenholt, Nijmegen-Zuid en Oud- en Nieuw-West en relatief laag in de stadsdelen Nijmegen-Oost, Midden en Noord.

De uitkomsten van cliëntervaringsonderzoek jeugdhulp 2020 laten zien dat het gemiddelde rapportcijfer voor het regelen van ondersteuning gestegen is. Ouders/verzorgers van jeugdhulpcliënten tot 15 jaar geven een 7,3 (versus 7,0 in 2019) en jeugdhulpcliënten vanaf 15 jaar een 7,5 (versus 7,1 in 2019). Net als in voorgaande jaren wordt het laagst gescoord op de snelheid waarmee men is geholpen. Ouders/verzorgers van cliënten onder de 15 geven wat vaker dan in 2019 aan dat ze de hulp krijgen die hun kind nodig heeft (79% in 2020 tegen 72% in 2019).
Aan de ouders/verzorgers van cliënten onder de 15 is gevraagd of de zorg is ontvangen zoals afgesproken: 80% geeft aan dat dit het geval is; 3% geeft aan dat minder hulp wordt verleend dan is afgesproken. Het rapportcijfer voor de kwaliteit van de ondersteuning is gestegen. Ouders/verzorgers van jeugdhulpcliënten tot 15 jaar geven een 7,7 (versus 7,4 in 2019) en ook jeugdhulpcliënten vanaf 15 jaar geven een 7,7 (versus 7,3 in 2019). Het meest genoemde verbeterpunt is het verminderen van de tijd tussen het stellen van de diagnose en het van start gaan van de hulp.

Toename aantal cliënten Wmo

Het totaalaantal cliënten voor maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo (exclusief beschermd wonen) nam toe van circa 11.170 over heel 2017 tot 12.800 over heel 2021 (+14,6%). Het aantal cliënten voor hulpmiddelen (rolstoelen, vervoer en woonvoorzieningen) is het grootst (6.280 in 2021), gevolgd door het aantal cliënten huishoudelijke hulp (5.959 in 2021). Daarna volgen de cliëntenaantallen voor ondersteuning (ambulante begeleiding, dagbesteding: 3.767) en verblijf (24uursopvang, crisisopvang: 706; anders dan bij beschermd wonen gericht op de korte termijn). Het totaal van de vier onderscheiden zorgsoorten is hoger dan de eerdergenoemde 12.800, omdat een aanzienlijke groep van meerdere soorten voorzieningen gebruikmaakt.
Bij de groei van het aantal Wmo-cliënten zijn de vergrijzing en het beleid gericht op zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen belangrijke factoren. Van begin 2017 tot eind 2022 nam het aantal inwoners van 65 jaar en ouder met bijna 3.400 toe, terwijl de totale bevolking met bijna 5.500 toenam. Ongeveer de helft van de Wmo-voorzieningen wordt afgenomen door 65-plussers. Daarbij gaat het vooral om huishoudelijke hulp en hulpmiddelen.
Nijmegen heeft voor beschermd wonen een regiofunctie, wat betekent dat Nijmegen het beschermd wonen ook voor cliënten uit de regio verzorgt. Het aantal cliënten is gedaald van 1.366 in 2020 naar 1.109 in 2021 (607 uit Nijmegen en 502 uit de regio). Die afname komt door het overhevelen van een deel van de cliënten beschermd wonen naar de wet langdurige zorg.

De uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek Wmo 2020 laten zien dat het gemiddelde rapportcijfer voor het regelen van de ondersteuning gestegen is naar 7,4 (versus 7,2 in 2019). Het laagst wordt gescoord op de bekendheid waar men met de hulpvraag terecht kan en de snelheid waarmee men geholpen wordt (67% respectievelijk 63% positief tot zeer positief). Dit beeld is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Ook het rapportcijfer voor de kwaliteit van de ondersteuning is gestegen: van 7,5 in 2019 naar 7,7 in 2020. Voor de meeste soorten hulp geldt dat 80% tot 89% van de cliënten tevreden is en 4% tot 13% ontevreden. Hulp in de vorm van een woningaanpassing/woonvoorziening valt in negatieve zin op; hierover is 75% tevreden en 17% ontevreden. Ook bij dagbesteding en beschermd wonen blijft de tevredenheid wat achter.

Sterke toename aantal 70-plussers

Vanaf de 75 jaar neemt de vraag naar zorg duidelijk toe. Uit de statistieken blijkt dat een relatief groot deel van de 75-plussers gebruikmaakt van de Wmo. In de Burgerpeiling 2021 geeft 6% van de 75-plussers aan niet goed voor zichzelf te kunnen zorgen, versus 2% van de 65-74-jarigen en 1,6% van alle volwassen Nijmegenaren. Verder geeft een 22% van de 75-plussers aan zich matig of slecht gezond te voelen, versus 12% van de 65-74-jarigen en 8% van alle volwassen Nijmegenaren. En 16% van de 75-plussers geeft aan mantelzorg te ontvangen, versus 4% van de 65-74-jarigen en 3% van alle volwassen Nijmegenaren.
Hierbij moet bedacht worden dat zelfstandig wonende ouderen met veel gezondheidsklachten deels niet aan bevolkingsonderzoek zullen deelnemen en dat ouderen in tehuizen niet in de steekproef voor het bevolkingsonderzoek zitten. Het verschil tussen de 75-plussers en de leeftijdsgroepen daaronder is dus nog groter dan het bevolkingsonderzoek laat zien.

Onze bevolkingsprognose laat een flinke groei van het inwonertal zien (192.000 tot 199.000 in 2035). De voorspelde groei is het grootst in de oudere leeftijdsklassen (70-plussers). Dit betekent dat de zorgvraag in Nijmegen de komende jaren flink zal toenemen.

Aantal aanmeldingen bij sociale wijkteams stabiel

De afgelopen jaren vormden de sociale wijkteams in de stadsdelen de belangrijkste lokale toegangspoort voor ondersteuning en zorg. De werkzaamheden van de teams bestonden met name uit het oppakken van zorgvragen van mensen in de vorm van kortdurende ondersteuning en het regelen van aanvullende voorzieningen/hulp bij zorgaanbieders. In 2020 is besloten om elk sociaal wijkteam te gaan splitsen in een Buurtteam Jeugd en Gezin en een Buurtteam Volwassen. Die teams bieden basiszorg. Bij maatwerk - zorg die het basisteam niet kan leveren - wordt een zorgaanbieder met expertise ingezet. De Buurtteams Jeugd en Gezin zijn per 1 juli 2020 van start gegaan en de Buurtteams Volwassenen per 1 januari 2022.
Najaar 2021 geeft 27% van de Nijmegenaren (16+) aan dat men op de hoogte is van het bestaan van de enkele maanden daarvoor gestarte Buurtteams Jeugd en Gezin. En
42% geeft aan op de hoogte te zijn van de al langer bestaande sociale wijkteams.

Het aantal aanmeldingen bij de sociale wijkteams lag in de jaren 2017 t/m 2020 op circa 10.000 per jaar. In 2020 werden die aanmeldingen door ruim 7.700 inwoners gedaan (van wie een deel meerdere aanmeldingen deed). Veel cliënten hebben zich in de periode 2015-2020 vaker gemeld. Ongeveer 23.900 personen hebben zich in die periode 1 of meer keer gemeld. In Hatert is het aandeel bewoners dat zich in de periode 2015-2020 1 of meer keer gemeld heeft het hoogst (23%), gevolgd door Dukenburg (19%). In Centrum (8%) en Noord (7%) is dit aandeel het laagst.
In 2021 daalde het aantal aanmeldingen naar 8.400 (door ruim 6.600 inwoners). Dit heeft te maken met het van start gaan in juli 2021 van de Buurtteams Jeugd en Gezin. Begin 2022 hebben we nog geen volledig zicht op het aantal aanmeldingen bij die teams.
De laatste jaren (tot 2020) is circa driekwart van de Wmo-cliënten, die voor hun hulpvraag contact met het sociaal wijkteam hebben gehad, is tevreden over dat contact. Over het contact over jeugdhulp met het sociaal wijkteam was een lager percentage tevreden (63% in 2020 versus 57% in 2019 en 70% in 2018).

Bekendheid met en tevredenheid over Stips stabiel

Nijmegenaren die met informatie- en adviesvragen zitten - bijvoorbeeld over inkomen, formulieren, activiteiten in de wijk, zorg en opvoeding - kunnen bij een van de in totaal 10 Stips terecht. De bekendheid van de Stips is de laatste jaren niet veranderd en het percentage Nijmegenaren dat er naar eigen zeggen in de voorgaande twee jaar gebruik van maakte is iets gedaald.

  • In 2021 is 23% van de Nijmegenaren redelijk of goed op de hoogte van het bestaan en de functie van de Stips; 24% heeft er wel van gehoord, maar weet er verder weinig vanaf. Meer dan de helft (53%) is er helemaal niet mee bekend. In vergelijking met 2019 is de bekendheid van de Stips ongeveer gelijk gebleven.
  • In 2021 weet 28% waar het Stip voor de buurt waar men woont gevestigd is, net als in 2019.
  • In 2021 geeft 7% van de Nijmegenaren aan dat men in de afgelopen twee jaar contact met een Stip heeft gehad (4,5% één keer en 2,6% twee keer of vaker). In 2019 was dat 8%. Het aantal geregistreerde bezoeken aan de Stips nam toe tot 23.000 in 2019. De coronapandemie zorgde voor een forse daling naar 14.000 bezoeken in 2020.
  • 70% van de bezoekers is tevreden over de informatie of het advies van de medewerkers van de Stips, 8% is er ontevreden over. Ten opzichte van 2019 is de tevredenheid gelijk gebleven.
  • Onder personen met een lagere sociaaleconomische status is het percentrage dat gebruikgemaakt heeft van de Stips groter (17%) dan onder de personen met een gemiddelde (6%) en hogere (3%) sociaaleconomische status.

Hulpverlening op basis van drang of onder dwang

Voor de aanpak van huishoudens met meervoudige problemen, waarvan een deel overlast veroorzaakt, functioneren er op stadsdeelniveau multidisciplinaire regieteams. Daaraan nemen, behalve de gemeenten en zorginstellingen, ook corporaties en de politie deel. De hulpverlening is op basis van drang en heeft vaak een structureel karakter. In 2021 waren er 361 casussen in behandeling.
Het Veiligheidshuis biedt hulpverlening op basis van een combinatie van zorg en strafrecht (dwang) in gevallen van complexe problematiek, die bijna altijd een structureel karakter heeft. In 2020 waren er 268 Nijmeegse casussen in behandeling.

Forse stapeling gebruik regelingen bij 4,5% huishoudens

Voor de gemeentelijke regelingen binnen het sociaal domein (zorg, werk, inkomen en jeugd) hebben we zicht op de overlap in het gebruik. Van de zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen maakt in 2021 30% gebruik van 1 of meer regelingen, net als in 2019. Een relatief klein aandeel van de huishoudens neemt een groot deel van het gebruik van die regelingen in beslag; 27% van alle cliëntrelaties met de gemeente voor de regelingen is te herleiden tot 5% van de huishoudens en 64% van alle cliëntrelaties tot 13% van de huishoudens.
In 2021 geldt voor 4,5% van de huishoudens (circa 3.400 huishoudens) dat ze gebruikmaken van minstens 5 regelingen, net als in 2020. Het veel gebruikmaken van regelingen komt naar verhouding meer voor bij eenoudergezinnen en huishoudens met een niet-westerse achtergrond. Ook komt het meer voor in een aantal wijken, met name in Meijhorst, Nije Veld, Hatert, Aldenhof en Neerbosch-Oost.

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2022 17:06:38 met de export van 07/14/2022 16:46:55