Programma's

Werk en Inkomen

Bijstandsuitkeringen

De coronacrisis zorgde voor een (kortdurende) stijging in het aantal bijstandsuitkeringen. Inmiddels is het aantal uitkeringen weer ruim onder het niveau van begin 2020 gezakt.
Vergeleken met Nederland als geheel zijn er in Nijmegen veel mensen met een bijstandsuitkering. Onder hen veel alleenstaanden (70%), maar ook 1- en 2-oudergezinnen. In totaal wonen 2.800 Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin.

Veel manieren om aantal bijstandsuitkeringen te tellen

Het op het eerste gezicht misschien simpele gegeven van het aantal bijstandsuitkeringen kan op veel manieren bepaald worden:

  • Tel je alleen uitkeringen P-wet, of reken je ook aanverwante uitkeringen als IOAW, IOAZ en BBZ mee?
  • Tel je uitkeringen aan dak- en thuislozen of bewoners van instellingen mee?
  • Kijk je naar het aantal uitkeringen op een bepaald moment, of over een bepaalde periode, breng je achteraf correcties aan?
  • Tel je alleen uitkeringen tot de AOW-leeftijd of ook uitkeringen aan ouderen?
  • Tel je het aantal uitkeringen, of het aantal volwassenen dat van een uitkering afhankelijk is?
  • Daarnaast spelen nog allerlei administratieve keuzes (bijv. kijk je naar datum van registratie, of naar datum van geldigheid van de uitkering)

In verschillende statistieken en publicaties worden verschillende definities gehanteerd.
Voor Nijmegen geldt dat op 1 januari 2022 er volgens een smalle definitie (alleen P-wet tot AOW-leeftijd, zonder bewoners van instellingen en mensen zonder vast adres) zo’n 6.200 bijstandsuitkeringen werden verstrekt. Volgens een bredere definitie (incl. IOAW/IOAZ, incl. bewoners instellingen en adreslozen) zijn dat er 6.900. Bij deze 6.900 uitkeringen/huishoudens zijn ongeveer 7.800 volwassenen betrokken.

Figuur: Samenstelling bestand bijstandsuitkeringen tot AOW-leeftijd, 1-1-2022. Bron afdeling Inkomen, gemeente Nijmegen.

Na coronapiek weer daling van het aantal mensen in bijstand

De start van de coronacrisis in maart 2020 zorgde voor een trendbreuk in de ontwikkeling van het aantal mensen met een bijstandsuitkering: na een jaar van daling steeg het aantal uitkeringen met ongeveer 400 tot bijna 7.500 in juli 2020. Sindsdien is het aantal uitkeringen echter niet meer gestegen en vanaf mei 2021 is er sprake van een behoorlijke daling.Het aantal bijstandsuitkeringen op 1 januari 2022 (6.900) ligt inmiddels ruim onder het niveau van de start van de coronacrisis.


Figuur: aantal bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW/IOAZ en BBZ, instellingen en dak- en thuislozen) in Nijmegen, bron: Dashboard Sociaal Domein

In Nijmegen meer bijstandsuitkeringen dan landelijk gemiddeld

In Nijmegen ligt het percentage bijstandsuitkeringen ruim boven het landelijk gemiddelde. Dit is in bijna alle grotere steden het geval. Ook vergeleken met de andere Nederlandse kennissteden is het Nijmeegse cijfer iets bovengemiddeld: er zijn er 3 waar het percentage nog hoger is dan in Nijmegen, en 4 die gunstiger scoren.

Figuur: Aantal bijstandsuitkeringen (algemene bijstand tot AOW, zonder IOAW en instellingbewoners/dak- en thuislozen) als % bevolking 20-65. Bron: CBS, jan 2021.

Ook de lijn in de ontwikkeling van het bijstandscijfer in Nijmegen is vergelijkbaar met die in andere (kennis)steden.
In onderstaande figuur wordt de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen in 4 kennissteden vergeleken met die in Nijmegen. Ook daar is te zien dat de stijging bij de start van de corona-crisis gevolgd wordt door een daling.

Figuur: ontwikkeling bijstandsuitkeringen (Pwet, IOAW, IOAZ) Nijmegen en 4 kennissteden (Arnhem, Groningen, Enschede, Eindhoven), bron: BUIG-benchmark.

In- en uitstroom in de bijstand

De stijging van het aantal mensen in de bijstand voorjaar 2020 was het gevolg van zowel een piek in de instroom, als een daling van de uitstroom. In de onderstaande figuur is goed te zien dat zowel instroom als uitstroom na een paar maanden weer terug bewegen naar het oude niveau.
Verder is in de figuur ook goed te zien dat de uitstroom vaak op zijn hoogst is rond september. Dat wordt (deels) veroorzaakt doordat in die tijd van het jaar veel opleidingen starten. Mensen die vanuit de bijstand een opleiding gaan volgen stromen in deze maanden de bijstand uit.

Figuur: In- en uitstroom bijstandsuitkeringen per maand. Bron: dashboard Sociaal Domein.

Als je de in- en uitstroom van de afgelopen jaren wat nauwkeuriger naar leeftijdsgroep bekijkt, zie je de volgende ontwikkelingen en patronen:

  • De stijging van de instroom in 2020 is vooral het gevolg van meer instroom van jongeren (tot 26 jaar). Zij waren als eerste de dupe van de coronacrisis.
  • Een deel van deze extra-instroom verliet de bijstand ook weer snel: hoewel de totale uitstroom in 2020 lager was dan de uitstroom in 2019 was er bij de jongere groepen wel sprake van een groter aantal uitstromers.
  • Uitstroom in de oudste leeftijdsklasse is tamelijk stabiel. het gaat daarbij vooral om mensen die van de bijstand de AOW instromen.


Figuur: In - en uitstroom bijstand (Pwet en IOAW/Z) naar leeftijdsklasse per jaar, dashboard Sociaal Domein

Het beëindigen van een uitkering kan verschillende redenen hebben.

  • De belangrijkste reden is het vinden van werk. In 2020 kwam dit duidelijk minder voor dan in 2019 (41% versus 46%), maar in 2021 is in bijna de helft van de gevallen het vinden van werk de reden voor het verlaten van de bijstand.
  • Ook verhuizing, naar een andere gemeente in Nederland of naar het buitenland, is een belangrijk reden voor het stopzetten van een uitkering (rond 15%).
  • Zo'n 7-10% van de beëindigingen is omdat de betrokkene geen inlichtingen meer geeft of niet verschijnt op afspraken. De laatste jaren is dit aandeel iets lager dan in 2019.

Figuur: Uitstroomredenen bijstand, dashboard Sociaal Domein

Een grote vaste kern

Op 1 januari 2022 werden er in Nijmegen zo'n 6.900 bijstandsuitkeringen verstrekt. Een deel van die uitkeringen gaat naar een grote, vaste kern: ruim de helft van de uitkeringen loopt al langer dan 5 jaar, twee derde langer dan 3 jaar.

Figuur: Bijstandsuitkeringen naar duur uitkering, stand 1-1-2022. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.

Vanzelfsprekend neemt het aandeel mensen dat al lang in de bijstand zit toe met het stijgen van de leeftijd: van de 55+ers met een bijstandsuitkering bestaat die situatie in ongeveer 70% van de gevallen al langer dan 5 jaar.

Oudere vrouwen en 1-oudergezinnen

Als je kijkt naar de huishoudensvormen onder de cliënten van de P-wet/bijstandsuitkering dan vallen een aantal zaken op:

  • De grootste groep binnen de uitkeringsontvangers zijn oudere (55+) vrouwen; het aantal vrouwen 55+ in de bijstand is veel hoger dan het aantal mannen uit de oudste leeftijdsklasse.
  • Alleenstaande moeders hebben ook een groot aandeel in de uitkeringsontvangers: 14%, bijna 1.000 huishoudens.
  • Bij de alleenstaande tot 34 jaar, in totaal zo'n 1.300 uitkeringen, gaat het vaker om mannen (bijna twee derde van de alleenstaande jongeren) dan om vrouwen.
  • 2-oudergezinnen en 2-persoonshuishoudens vormen een minderheid onder de uitkeringsontvangers.

Figuur: Huishoudenssamenstelling cliënten met bijstandsuitkering, 1-1-2022. Bron: klantbeeld afdeling Inkomen.

Kinderen in uitkeringsgezinnen

Ongeveer 1.500 (1- en 2-ouder) gezinnen ontvangen een bijstandsuitkering. Tot deze gezinnen horen rond de 2.800 minderjarige kinderen. Dit betekent dat bijna 10% van de Nijmeegse kinderen in een uitkeringsgezin leeft. Dit is een stuk hoger dan in Nederland als geheel, waar 6% van de kinderen in een uitkeringsgezin woont. Vergeleken met de kennissteden is het percentage gemiddeld.

Figuur: Aandeel minderjarige kinderen dat in bijstandsgezin woont, op 31-12. Bron: CBS Jeugdmonitor Open data.

Huishoudens met bijstand of inkomensondersteuning maken vaak ook gebruik van regelingen op andere gebieden

In het Sociaal Statistisch Bestand 2021 is het gebruik van 18 (gemeentelijke) regelingen op het gebied van inkomen, werk, zorg of jeugd per huishouden geïnventariseerd.
Van de zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen maakt 17% gebruik van een of meer gemeentelijke inkomensregelingen (bijzondere bijstand, kwijtschelding, etc.) en/of heeft een bijstandsuitkering. Deze huishoudens zijn ook veel meer dan gemiddeld te vinden in regelingen op de terreinen zorg (WMO), werk (re-integratietrajecten) of jeugd (leerplicht, VSV, etc.).

Figuur: Welk deel van huishoudens is bekend in regelingen rond jeugd, werk of zorg. Bron: SSB 2021.

  • 40% van de huishoudens in inkomensregelingen maakt ook gebruik van zorg, tegenover 16% gemiddeld voor alle huishoudens.
  • Ongeveer 15% is te vinden in regelingen rond werk, bij een gemiddelde van minder dan 5%.
  • Ook het aandeel in jeugdregelingen (ongeveer 11%) is hoger dan gemiddeld voor alle huishoudens (6%).
Deze pagina is gebouwd op 07/14/2022 17:06:38 met de export van 07/14/2022 16:46:55