Programma's

Werk en Inkomen

Ondersteuning voor huishoudens met een laag inkomen

In Nijmegen maakt 16% van de huishoudens gebruik van regelingen voor inkomensondersteuning. Het Nibud heeft berekend dat huishoudens die consequent gebruik maken van alle regelingen in Nijmegen voldoende budget hebben om van te leven.
Toch zijn er ook huishoudens met schulden, waarvoor de gemeente schuldhulpverlenings- en preventieactiviteiten inzet.
Zo'n 3.500 Nijmeegse huishoudens/personen kunnen niet op eigen kracht hun financiën regelen en zijn onder bewind gesteld.

Gebruik van regelingen voor inkomensondersteuning

Voor huishoudens met een laag inkomen zijn er in Nijmegen verschillende gemeentelijke regelingen om financiële ondersteuning te krijgen. De belangrijkste daarvan zijn:

  • Individuele Inkomenstoeslag
    Wanneer huishoudens langdurig een laag inkomen hebben, hebben zij recht op de Individuele Inkomens Toeslag, een vast bedrag per jaar. In 2021 ontvingen ongeveer 5.800 huishoudens deze toeslag. Dit is iets meer dan in 2020 (5.600).
  • Individuele Studietoeslag
    Voor studenten die door een beperking niet in staat zijn naast hun studie wat bij te verdienen is er een (maandelijks uitbetaalde) individuele studietoeslag. Ongeveer 280 studenten maakten daar in 2021 gebruik van. Hoewel deze groep absoluut gezien niet groot is, is er in vergelijking tot 2021 wel sprake van een flinke stijging: toen ging het om 200 studenten.
  • Individuele bijzondere bijstand
    Huishoudens kunnen bijzondere bijstand aanvragen voor extra uitgaven, bijv. in verband met inrichting of bijzondere zorg of voor beheer- en bewindkosten. Ongeveer 5.400 personen kregen in 2020 zulke bijzondere bijstand, een fractie meer dan in 2020.
  • Meedoenregeling
    Via de Meedoenregeling kunnen mensen met een laag inkomen voor maximaal €150 aan een cursus of activiteit meedoen. In 2021 hebben ruim 3.600 mensen zich voor een activiteit aangemeld. Dat is meer dan in 2020 (3.000). Toen werd de relatief lage belangstelling voor Meedoen geweten aan de Coronacrisis. Die is in 2021 nog steeds aanwezig. Veel aanmeldingen voor Meedoen zijn in de laatste 2 maanden van het jaar gedaan.
  • Kinderfonds
    Voor kinderen kent Nijmegen "Leergeld", een stichting die voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen vergoedingen geeft voor deelname aan sport, cultuur en onkosten i.v.m. school. In 2021 werd aan 3.200 kinderen een vergoeding toegekend. Dit is een verbetering in vergelijking met 2020 (3.000 kinderen) maar nog niet terug op het niveau van 2019 (3.450)
  • Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering
    Huishoudens kunnen via de CAZ meedoen aan een uitgebreide verzekering, waarbij ook gekozen kan worden voor het verzekeren van het eigen risico. De gemeente betaalt dan maandelijks een deel van de verzekeringspremie. Het aantal deelnemers aan de CAZ is in 2018 sterk gestegen, onder andere omdat de inkomensgrens waarbij je nog kunt meedoen hoger is geworden, tot 130% van het sociaal minimum. De laatste jaren maken rond de 11.000 mensen gebruik van de CAZ.
  • Kwijtschelding hondenbelasting
    Huishoudens met een laag inkomen kunnen kwijtschelding van hondenbelasting krijgen. In 2021 maakten ongeveer 800 huishoudens gebruik van deze kwijtschelding.
  • Busvoordeelpas
    Tegen een betaling van €15 mogen mensen met een laag inkomen het hele jaar (buiten de ochtendspits) gebruik maken van de bussen in Nijmegen. Deze regeling is najaar 2020 gestart. In heel 2021 hebben er meer dan 7.000 mensen van dit busabonnement gebruik gemaakt.


Figuur: gebruik gemeentelijke inkomensregelingen in 2010 en 2021, dashboard Sociaal Domein gemeente Nijmegen

Bereik van inkomensregelingen

De verschillende minimaregelingen in de gemeente Nijmegen kennen verschillende toelatingscriteria en inkomensgrenzen. De omvang van de doelgroep is vaak niet af te leiden uit openbare bronnen. Op verzoek van de gemeenteraad is een opvraag naar de omvang van de doelgroepen voor de verschillende regelingen gedaan bij het CBS om vast te stellen hoe groot het bereik is van de verschillende regelingen.

Voor 3 regelingen doen we dat niet:

  • Voor twee regelingen geldt dat er toelatingsvoorwaarden zijn die niet in de inkomenssfeer liggen en dus is de omvang van de doelgroep ook niet vast te stellen op basis van inkomensgegevens:
    • Om in aanmerking te komen voor vrijstelling van hondenbelasting is het noodzakelijk een hond te hebben. Er is geen samenhangende registratie waarin zowel hondenbezit als inkomen is vastgelegd.
    • Om in aanmerking te komen voor de Individuele Studietoeslag is een voorwaarde dat het om een student gaat die door beperking niet in staat is naast de studie bij te verdienen. Ook hiervan bestaat geen registratie.
  • Voor de Bijzondere Bestand geldt dat ze bedoeld is voor bijzondere situaties, en dat er daarom ook geen streefcijfer van gewenst bereik vastgesteld kan worden.

Bij de overige regelingen is een zo hoog mogelijke deelname gewenst. In onderstaande figuur is te zien een hoe groot deel van de doelgroep in 2021 (en 2020) gebruik heeft gemaakt van deze regelingen.

Figuur: aantal gebruikers per regeling als % van de groep die volgens hun inkomen in aanmerking komen voor de regeling (CBS 2019)

Het bereik van het Kinderfonds en de Individuele Inkomenstoeslag is erg hoog: meer dan 80%. Het bereik van de Meedoen-regeling het laagst: driekwart van de mensen die deze regeling zouden mogen gebruiken doen dat niet.

Mensen/huishoudens kunnen van meerdere regelingen tegelijk gebruik maken. In totaal is het aantal unieke personen dat in 2021 gebruik maakte van een of meer inkomensvoorziening ongeveer 21.000. Hoger dan voorgaande jaren, toen er rond de 19.000 deelnemers waren. De stijging wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de start van het busabonnement als inkomensvoorziening eind 2020. Voor die tijd was er ook een voordelig gemeentelijk busabonnement, maar dat was niet gericht op mensen met een laag inkomen, maar op ouderen, en werd daarom ook niet gezien als inkomensregeling. De stijging kan daarmee deels "optisch" zijn: ouderen met een laag inkomen, die in de oude situatie alleen van het busabonnement gebruik maakten, telden toen niet mee als gebruikers van inkomensregelingen, terwijl ze dat nu, terwijl er in hun situatie niets veranderd is, wel doen.

Van alle zelfstandige wonende huishoudens in Nijmegen (peildatum 1-1-2021) maakte  zo'n 16% het voorafgaande jaar gebruik van één of meer van bovengenoemde regelingen voor inkomensondersteuning (exclusief Kinderfonds). Dit percentage is de laatste jaren tamelijk stabiel.
Onder de mensen met een bijstandsuitkering is dat aandeel vanzelfsprekend veel hoger: ongeveer 85%. Andersom is het echter zeker niet zo dat deze regelingen vooral door huishoudens in de bijstand gebruikt worden. Bijna de helft van de gebruikers van deze regelingen had een bijstandsuitkering, een kwart leeft van OAW/pensioen en ook ruim een kwart van inkomsten uit arbeid of een andere uitkering dan bijstand.

Figuur: Inkomensbron van zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen die gebruik maken van minima/inkomensregelingen. Bron: SSB 2021.

Door (gemeentelijke) inkomensregelingen hebben minima in principe voldoende budget

Het Nibud heeft in 2019 berekend in hoeverre minimahuishoudens in Nijmegen, wanneer zij gebruik maken van de bestaande gemeentelijke en landelijke inkomensregelingen, voldoende budget hebben om van te leven. Daaruit bleek dat voor alle voorbeeldhuishoudens het totale inkomen voldoende was voor het vervullen van de basisbehoeften (noodzakelijke uitgaven).
Voor het basis- en restpakket samen (inclusief uitgaven voor sociale participatie) hebben de meeste voorbeeldhuishoudens ook voldoende budget. Alleen de 2-oudergezinnen met een zorgvraag komt €10 per maand tekort.

Figuur: Tekorten/overschotten in euro's per maand voor huishoudens met 100% sociaal minimum na uitgaven voor basis- en restpakket. Bron: MER-rapportage Nibud 2019.

In de berekeningen gaat het Nibud ervan uit dat huishoudens daadwerkelijk gebruik maken van de regelingen die hen ter beschikking staan, een goed financieel beleid voeren en geen schulden/leningen hebben. In praktijk zal dit niet altijd het geval zijn.
De individuele inkomenstoeslag is in deze berekeningen buiten beschouwing gelaten. Of die voor een huishoudens beschikbaar is, hangt immers niet alleen af van de hoogte van hun inkomen, maar ook van de tijd dat zij al een laaginkomen hebben. Alleen huishoudens in langdurige armoede komen in aanmerking voor deze toeslag.

Het NIBUD heeft ook gekeken naar wat hogere inkomensgrenzen en daarbij bleek dat er vooral tussen de 130% en 140% van het sociaal minimum een "armoedeval" is. Huishoudens van wie het inkomen omhoog gaat van 130 naar 140% gaan er in bestedingsruimte op achteruit. Vooral omdat dan allerlei landelijke toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget) wegvallen. Voor huishoudens met kinderen wordt dit effect nog versterkt doordat het gemeentelijk Kinderfonds ook alleen toegankelijk is voor huishoudens tot 130% van het sociaal minimum.

Huishoudens met schulden

Over huishoudens met schulden kun je heel uiteenlopende cijfers geven. Dat heeft verschillende oorzaken:

  • Onder “schulden” kun je uiteenlopende zaken verstaan. In de breedste zin, wanneer je ook bijvoorbeeld hypotheken en leningen van DUO meerekent, kom je op veel hogere aantallen uit dan wanneer je schulden definieert als betalingsachterstanden (op de verplichtingen die deze schulden met zich meebrengen). En ook binnen betalingsachterstanden is nog onderscheid te maken tussen ernstige en minder zwaarwegende (want niet te hoog, binnen het budget te betalen, etc.) achterstanden.
  • Er zijn maar beperkt gegevens centraal beschikbaar over schulden van huishoudens.
    Jarenlang waren grote enquête-onderzoeken (Panteia, Nibud) de voornaamste bron van informatie over het voorkomen van schulden en betalingsachterstanden bij huishoudens. Zulke onderzoeken geven een beeld van alle schulden die er in een huishoudens zijn, maar zijn ook duur en omslachtig, bieden weinig mogelijkheden voor het inzoomen op speciale groepen en je moet altijd rekening houden met marges rond de uitkomsten. Sinds een paar jaar ligt bij het CBS een opdracht om op basis van
    geregistreerde schulden een samenvattend beeld van de schuldenpositie van Nederlandse huishoudens te geven. Voor de schulden die daarin meegenomen worden geeft dat een heel precies en gedetailleerd beeld. Alleen, niet alle schulden vallen onder de registraties waar het CBS over kan beschikken.

Volgens de CBS-cijfers heeft in Nijmegen (eind 2020) 7% van de huishoudens een geregistreerde schuld, de Nibud-enquêtes geven een (landelijke) indicatie van 15-20% van de huishoudens met ernstige of lichte betalingsproblemen.

Vergeleken met heel Nederland, en ook met de meeste kennissteden, is het aandeel huishoudens met geregistreerde schulden in Nijmegen relatief laag.


Figuur: Huishoudens met geregistreerde schulden, 2020, bron: CBS dashboard geregistreerde schulden.

Zowel in Nijmegen, Nederland als de kennissteden is het aandeel huishoudens met geregistreerde schulden de laatste 4 jaar afgenomen.

Vooral huishoudens in de bijstand hebben relatief vaak geregistreerde schulden: dat geldt voor bijna een kwart van hen.
In Nijmegen valt op dat onder de laagopgeleiden relatief veel mensen met geregistreerde schulden zijn en onder de huishoudens met een inkomen tot €20.000 juist weinig.

Figuur: % huishoudens met geregistreerde schulden, naar groepskenmerken, bron: DBS dashboard geregistreerde schulden, 2020

In de figuur hieronder worden uitkomsten van het CBS (geregistreerde schulden in Nijmegen) vergeleken met de indicaties uit Nibudonderzoeken (landelijke enquêtegegevens over ernstige of lichte betalingsproblemen/achterstanden vertaald naar de Nijmeegse situatie).


Figuur: indicatieve cijfers Nijmegenaren met schulden, bron: CBS dashboard geregistreerde schulden (2018) en Nibudonderzoek Financiële problemen (2018). Tot 25 jaar personen, 25+ huishoudens

In de figuur is het volgende te zien:

  • Onder de groep tot 25 jaar zijn er heel weinig mensen met geregistreerde schulden, maar wel veel met lichte of ernstige betalingsproblemen.
  • De absolute aantallen huishoudens met geregistreerde schulden zijn het hoogst in de leeftijdsklassen 25-45 en 45-65.
  • Onder 65+-ers is het aandeel en aantal huishoudens met betalingsproblemen en/of geregistreerde schulden klein.

Ondersteuning voor huishoudens met financiële problemen

Lang niet alle huishoudens met schulden zoeken hulp, of zijn bekend bij hulpverleners. De gemeente biedt op verschillende manieren ondersteuning aan huishoudens met schulden, zowel preventief als nadat er schulden zijn ontstaan.

Preventie

  • In 2017 is gestart met “Financieel expert in de wijk”, een project van gemeente, Sterker en Bindkracht10 om laagdrempelig (financieel) advies te geven vanuit de STIP’s. In alle  9 Nijmeegse stadsdelen en Hatert is een vestiging van de Financieel Expert.  Per jaar zijn er zo'n 900 aanmeldingen bij de FEW's van mensen die vervolgens advies/adviestraject krijgen. Daarnaast krijgen zo'n 250 mensen telefonisch of anoniem advies.
  • In 2016 is het project “Op de rit” gestart. Daarvoor werken een tiental partners (woningbouwcorporaties, zorgverzekeraars, energie- en watermaatschappij, gemeente) samen. Zij vergelijken adressen waarop sprake is van kortlopende achterstand. Wanneer op een adres sprake is van een of meerdere schulden wordt dit huishoudens benaderd: is er behoefte aan advies/ondersteuning. Maandelijks wordt er rond de 50 adressen contact gezocht. Over het algemeen is op deze adressen sprake is van meerdere of opeenvolgende schulden. Deze huishoudens worden persoonlijk (bezoek, telefoon) benaderd. Met ongeveer de helft van hen wordt ook daadwerkelijk contact gemaakt. Uiteindelijk krijgen zo'n 50 huishoudens advies of een adviestraject van de Financieel Expert.
    Huishoudens met een enkele schuld (enige honderden per maand) krijgen een brief met ondersteuningsaanbod.

Schuldhulpverlening

De belangrijkste aanbieders zijn het gemeentelijke bureau Schuldhulpverlening en Bindkracht 10.

  • Bureau Schuldhulpverlening richt zich vooral op meer zelfredzame huishoudens met regelbare schulden, met als doel die schulden af te gaan betalen. Het aantal aanmeldingen bij Bureau Schuldhulpverlening loopt al een aantal jaar terug. Van ongeveer 450 in 2018 naar minder dan 300 in 2020. Ook het aantal schuldregelingen loopt terug. Deels kan dit samenhangen met de komst van de Financieel Expert. Doordat hier nu het eerste aanspreekpunt gekomen is voor financiële vragen, wordt een deel van de vraag afgevangen.
  • Bindkracht 10 biedt o.a. "stabilisatietrajecten" waarbij ernaar gestreefd wordt de (financiële) situatie van huishoudens te stabiliseren, maar het oplossen van de schulden niet voorop staat.
    In 2020 begeleidde  Bindkracht 10 ruim 400 cliënten met stabilisatietrajecten (waarvan ongeveer 200 nieuwe cliënten). Ook hier is sprake van een dalend aantal deelnemers.
  • Bindkracht10 en de gemeenten bieden samen F!X aan,  een traject waarin budgetbeheer en budgetcoaching, afzonderlijk of in combinatie, aangeboden worden. Als indicatie: begin 2019 namen 60 cliënten deel aan coaching en 100 aan budgetbeheer, waarbij er huishoudens zijn die zowel coaching als beheer hebben.

Naast de gemeente en Bindkracht zijn er ook veel andere (vrijwilligers)instanties die zich bezig houden met hulp aan mensen met financiële problemen, bijv. de FIBON, Humanitas en de Schuldwegwijzer.

3500 huishoudens/personen onder bewind

Wanneer iemand niet in staat is zijn eigen financiële zaken te regelen kan de rechter beschermingsbewind instellen. Als iemand zelf over onvoldoende inkomsten beschikt om hiervoor te betalen, vergoedt de gemeente dat via de bijzondere bijstand. Kijk je op een specifiek moment, dan zijn er ongeveer 2.000-2.100 huishoudens waarbij dit aan de orde is. Gerekend over een jaar is dit cijfer hoger (ongeveer 2.400) omdat er altijd huishoudens die in- of uitstromen. Deze cijfers zijn de laatste jaren redelijk stabiel.
Daarnaast zijn er ook nog personen/huishoudens die onder bewind van een familielid gesteld zijn of de bewindskosten voor eigen rekening nemen. In 2018 kwam dit bij ongeveer 1.500 Nijmegenaren voor.
In totaal zijn er dus ongeveer 3.500 personen/huishoudens in Nijmegen onder bewind gesteld.

Van de 2.100 huishoudens (peildatum 1-1-2021) waarvan de bewindkosten via de gemeentelijke bijzondere bijstand worden betaald zijn meer gegevens bekend:

  • 90% van deze huishoudens woont in een eigen huur- of koopwoning, 10% in instellingen/op kamers/ onzelfstandig.
  • Het gaat vooral om alleenstaanden en 1-oudergezinnen.
  • Ongeveer de helft van de huishoudens heeft een inkomen uit de bijstand, ook dus ongeveer de helft uit andere bronnen (werk, andere uitkeringen).
  • Er is veel sprake van overlap met andere vormen van hulpverlening of regelingengebruik. Meer dan een derde maakt gebruik van minstens 5 (gemeentelijke) regelingen, vooral gebruik van zorgregelingen (60% van de huishoudens) is hoog.
  • Het gaat vooral om huishoudens tussen 30 en 60 jaar oud.


Figuur: kenmerken van zelfstandig wonende huishoudens onder via bijzondere bijstand betaald bewind, bron: SSB 2021, Onderzoek en Statistiek, gemeente Nijmegen

Deze pagina is gebouwd op 07/14/2022 17:06:38 met de export van 07/14/2022 16:46:55