Samenvatting
In de Stads- en Wijkmonitor schetsen we een beeld van Nijmegen op basis van statistieken en onderzoeken. In deze samenvatting schetsen we in grote lijnen het beeld van Nijmegen in relatie tot de hoofdopgaven van de bestuursperiode 2018-2022: het werken aan een aantrekkelijke, economisch veerkrachtige, sociale en duurzame stad. Ook besteden we aandacht aan hoe Nijmegen ervoor staat als we kijken naar het begrip brede welvaart.
Aantrekkelijke stad
- Bij het laatste bewonersonderzoek in 2021 geven de Nijmegenaren hoge rapportcijfers voor de stad (7,7) en de woonbuurt (7,5). Dat is in de buurt van de cijfers die men in 2017 en 2019 gaf (lichte daling ten opzichte van 2019).
- Het aandeel Nijmegenaren, dat vooruitgang in de stad en buurt ziet, is gedaald. In 2021 geeft een kwart van de Nijmegenaren aan dat Nijmegen in het voorgaande jaar vooruit is gegaan (versus 36% in 2017); 19% ziet achteruitgang (versus 11% in 2017). En 13% geeft aan dat de buurt in het voorgaande jaar vooruit is gegaan (versus 17% in 2017); 21% ziet achteruitgang (versus 17% in 2017).
- Geen enkele woonwijk scoort onvoldoende; de rapportcijfers voor de afzonderlijke wijken liggen tussen de 6,8 en 8,4. Wel meten we negatieve ontwikkelingen in enkele wijken in Dukenburg en Lindenholt en zijn er binnen diverse wijken in de stad buurten en kleinere gebieden met een lagere leefbaarheidsscore (liggen vooral in Neerbosch-Oost, Hatert, Tolhuis, Zwanenveld, Meijhorst, Lankforst, ’t Acker en De Kamp).
- De gemiddelde waarderingsscore van bewoners voor de openbare ruimte is gedaald van 7,0 in 2021 naar 6,8 in 2021.
- De binnenstad wordt hoog gewaardeerd. Het rapportcijfer van bezoekers steeg in 2018 naar een recordhoogte (7,7) en daalde licht in coronajaar 2020 (7,6). De coronacrisis heeft een forse impact op de binnenstad, onder meer: minder bezoekers (een daling van naar schatting tussen de 40 en 53%), veel minder bezoeken aan podiumvoorstellingen (in 2021 78% lager dan in 2019), filmvoorstellingen bij LUX (-66%) en musea (-44%) en een flinke afname van het aantal banen in de horeca en detailhandel in de binnenstad (-600). Het beeld van bezoekers over de vooruitgang van de binnenstad - in de afgelopen periode én de verwachting voor de komende periode jaren - is in 2020 duidelijk minder positief dan in 2018.
- Nijmegen is een werkstad voor de omliggende gemeenten. Tegelijkertijd werken veel Nijmegenaren buiten de stad (circa 45.200, 52% van de Nijmeegse werknemers). Nijmegen is een hooggewaardeerde woonstad, die als uitvalsbasis naar werk elders in Nederland dient.
- In de lijst van belangrijkste stadsproblemen volgens bewoners steeg het tekort aan (betaalbare) woningen in 2021 naar de eerste plaats. De verkeersdrukte is minder genoemd dan in 2019 en staat op de tweede plaats.
- Als belangrijkste buurtprobleem kwam bij het laatste bewonersonderzoek in 2021 rommel en zwerfvuil naar voren, gevolgd door onvoldoende parkeerplaatsen/parkeeroverlast, net als in 2019. Daarbij aansluitend gaan de meeste Meld & Herstel meldingen van bewoners over afval en vervuiling.
- Na een daling van het inwonertal in 2020 (-300), die te maken had met een lagere vestiging van buitenlandse studenten, oversterfte door de coronapandemie en een lager aantal nieuwbouwwoningen, nam het aantal inwoners in 2021 weer sterk toe (+1.700) tot 179.100.
- De laatste jaren is het aantal studenten dat in Nijmegen woont redelijk stabiel (19.800 in 2020/2021). Het aantal studenten dat aan de Radboud Universiteit en het Nijmeegse deel van de HAN studeert nam verder toe tot circa 50.000 in 2020/2021. Voor de komende jaren wordt een groei van het aantal in Nijmegen woonachtige studenten voorzien, onder meer door een groei van het aantal buitenlandse studenten.
- De markt voor koopwoningen blijft krap en wordt steeds duurder. In 2021 is er opnieuw een forse prijsstijging (+19%), terwijl het aantal transacties verder daalt (-10%). De gemiddelde prijs voor een koopwoning lag in het vierde kwartaal van 2021 op €409.000 (versus 414.000 landelijk).
- Ook blijft het moeilijk om een huurwoning te vinden. Dat geldt nog steeds sterker voor starters dan voor doorstromers. De kans op succes wanneer men reageert op een huurwoning van een woningcorporatie daalde van 12% in 2014 naar 5% in 2020. In 2021 is er een lichte stijging naar 5,6%. Het aantal toegewezen corporatiewoningen in Nijmegen daalde van ruim 2.000 in 2019 naar bijna 1.500 in 2020. In 2021 steeg dit aantal naar 1.890.
- Ook de woningmarkt voor studenten is zeer krap.
- Het inwonertal van Nijmegen zal de komende jaren blijven groeien. Voor onze eigen Demografische Verkenningen zijn drie scenario’s opgesteld. Bij het middelste scenario - 195.000 inwoners in 2035 - is gerekend met de relatief zekere woningbouwprogrammering (10.000 nieuwbouwwoningen erbij tot 2030/2035). De prognoses voor het aantal huishoudens in 2035 van ABF Research en het CBS laten een toename zien van tussen de 9.000 en 12.000. Het aandeel eenpersoonshuishoudens, dat al hoog is (53% van alle zelfstandig en onzelfstandig wonende huishoudens) zal naar verwachting het sterkst groeien, naar meer dan 60% in 2040.
- In 2021 stond de woningmarktregio Nijmegen in de top drie van de regio’s met het grootste woningtekort, samen met Amsterdam en Utrecht. Tot 2025 neemt het tekort naar verwachting nog wat toe, om daarna geleidelijk te gaan dalen. Niettemin verwacht ABF Research dat de woningmarktregio Nijmegen nog vele jaren tot de gebieden met naar verhouding de grootste woningtekorten van Nederland zal behoren.
- Mede door corona is het aantal geregistreerde inbraken en diefstallen in 2020 en 2021 verder afgenomen (in 2021 30% lager dan in 2019). Het aantal geregistreerde gevallen van overlast daarentegen nam flink toe (+45%). Najaar 2021 werd gemeten dat 11% van de Nijmegenaren in het voorgaande jaar slachtoffer werd van 1 of meer soorten inbraak en diefstal. Het aandeel, dat in die periode slachtoffer werd van 1 of meer vormen van online criminaliteit, lag hoger (16%).
Economische veerkrachtige stad
- Het aantal banen in Nijmegen is de laatste jaren flink toegenomen, van 96.800 in 2016 naar 105.340 in 2021. In 2021 was de groei sterker (+1.630) dan in 2020 (+650).
- Sectoraal groeit de handel het sterkst, gevolgd door de zorg en het onderwijs. De detailhandel doet het binnen de handel opmerkelijk goed, vooral door groei bij supermarkten en handel die niet in winkels plaatsvindt (waaronder online). Krimp zien we het meest in de horeca (-930 in 2020 en 2021).
- De werkloosheid daalde in Nijmegen naar 4% in 2019. Dat was lager dan de 4,7% voorafgaand aan de economische crisis, die in 2008 begon. In 2020 zien we een lichte toename naar 4,6%. Het werkloosheidspercentage voor Nijmegen voor 2021 is nog niet beschikbaar, maar gezien de daling van het aantal WW-uitkeringen en toegenomen uitstroom uit de bijstand naar werk in 2021 kunnen we uitgaan van een daling.
- Het aantal vestigingen van bedrijven en instellingen is de laatste jaren gegroeid tot 17.565 in 2021, ondanks de coronacrisis. Wel was die groei minder sterk dan in de jaren daarvoor.
- Door de coronapandemie daalde het ondernemersvertrouwen in de regio in het tweede kwartaal van 2020 naar een historisch laag niveau. Daarna herstelt het zich veel scherper dan bij de kredietcrisis van 2008 (zeer sterk herstel in tweede en derde kwartaal van 2021; weinig verandering in vierde kwartaal).
- De waardering van ondernemers voor het ondernemersklimaat in Nijmegen is licht gestegen van 6,6 in 2018 naar 6,8 in 2021 (eerste uitkomsten Monitor Vestigingsklimaat 2021; complete rapportage van deze monitor verschijnt voorjaar 2022). Voor diverse aspecten van het ondernemersklimaat zijn de rapportcijfers hoger dan in 2018 (bereikbaarheid, ondernemersnetwerken, gemeentelijke regelgeving en digitale dienstverlening). Voor het aanbod van vestigingsplaatsen daalde het rapportcijfer van 6,5 naar 6,1.
- Op de bedrijfsruimtemarkt is er door de gegroeide vraag sprake van krapte. Ook is er weinig direct uitgeefbaar aanbod op de bedrijventerreinenmarkt. Wel is er een voorraad niet direct uitgeefbaar terrein beschikbaar, hoofdzakelijk op De Grift en Ressen in Nijmegen-Noord. Op de kantorenmarkt is de krapte de laatste paar jaar wat afgenomen, maar CBS-cijfers laten nog steeds een laag percentage leegstaand kantooroppervlak zien (2,4%).
- In het begin van de coronacrisis steeg het aantal WW-uitkeringen tot circa 3.100, gevolgd door een daling vanaf juli 2020. Zowel de stijging als de daling van het aantal WW-uitkeringen in Nijmegen in de loop van de coronacrisis komt hoofdzakelijk voor rekening van de groep tot 27 jaar oud. Vanaf het tweede kwartaal van 2021 daalt het aantal WW-uitkeringen sterk in alle leeftijdsgroepen tot circa 2.000 in totaal.
- Nijmegen is een belangrijke werkstad binnen de regio. Circa zes op de tien banen van werknemers in Nijmegen wordt vervuld door mensen die niet in Nijmegen wonen. Het gaat om circa 60.800 personen. Onder hen vooral veel mensen die in de gemeenten direct rond Nijmegen wonen (een derde van de inkomende pendel), maar ook veel die in de rest van Gelderland of Noord-Brabant wonen.
Sociale stad
De gemeente biedt bewoners met ondersteuningsvragen en problemen op allerlei manieren hulp, onder meer via:
- Stips (voor Nijmegenaren met informatie- en adviesvragen);
- Buurtteams Volwassenen (voor iedereen tussen de 18 en 65 jaar, zonder thuiswonende kinderen, die ondersteuning nodig heeft of problemen ervaart in het dagelijks leven; de teams bieden in de buurt basishulp én toegang tot aanvullende zorg);
- Buurtteams Jeugd en Gezin (bieden basiszorg en toegang tot aanvullende zorg voor personen in gezinnen met inwonend kinderen tot 18 jaar);
- algemene voorzieningen en preventieve hulpverlening;
- allerlei maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo en jeugdhulp (afgestemd op de persoonlijke situatie);
- Regieteams (voor de aanpak van huishoudens met meervoudige problemen, die deels overlast veroorzaken; in 2021 waren er 361 casussen in behandeling);
- het Veiligheidshuis (voor hulpverlening op basis van een combinatie van zorg en strafrecht/dwang in gevallen van complexe problematiek; in 2020 waren er 268 Nijmeegse casussen in behandeling);
- diverse regelingen voor inkomensondersteuning.
- Het aantal cliënten voor maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo (hulpmiddelen, huishoudelijke hulp, ambulante begeleiding, dagbesteding, 24uursopvang, crisisopvang) nam toe van 11.170 over heel 2017 tot 12.800 over heel 2021 (+14,6%). Het gemiddelde rapportcijfer van cliënten voor de kwaliteit van de Wmo-voorzieningen is gestegen naar 7,7.
- Bij de groei van het aantal Wmo-cliënten zijn de vergrijzing en het beleid gericht op zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen belangrijke factoren. Ongeveer de helft van de Wmo-voorzieningen wordt afgenomen door 65-plussers en de afgelopen jaren nam het aantal ouderen in Nijmegen sterk toe. Die sterke groei zal doorzetten en zal leiden tot een grotere zorgvraag en ook tot een grotere behoefte aan woonruimte geschikt voor ouderen.
- Het aantal cliënten voor maatwerkvoorzieningen binnen de jeugdhulp is de laatste jaren tamelijk stabiel: circa 4.600 gemeten over een heel jaar (ruim 15% van alle Nijmegenaren onder de 18 jaar). Het aantal cliënten jeugdhulp met verblijf is licht afgenomen, van 539 in 2018 naar 503 in 2021. Het gemiddelde rapportcijfer van cliënten voor de kwaliteit van de jeugdhulp is gestegen naar 7,7.
- Bewoners spelen een belangrijke rol bij het bieden van hulp en ondersteuning aan personen en organisaties. In 2021 gaf 14% van de Nijmegenaren mantelzorg en bood 18% hulp aan personen buiten het eigen huishouden. Verder zette 24% zich in als vrijwilliger voor een organisatie en 25% voor de woonbuurt. Ruim de helft van de Nijmegenaren zette zich op minstens één van deze manieren in. Dit aandeel is sinds 2013 weinig veranderd.
- In de periode 2015-2019 had circa 12% van de huishoudens een inkomen dat volgens het CBS risico op armoede geeft. In 2020 is dit gedaald naar 10,3% (= circa 8.400 huishoudens). Ook het percentage huishoudens, dat minstens 4 jaar onder de lage inkomensgrens zit, is iets gedaald (5,2% in 2020 = circa 3.700 huishoudens). Kijken we naar een wat hogere inkomensgrens dan zien we dat 21,9% van de huishoudens (exclusief studenten) in 2020 een inkomen tot 130% van het sociaal minimum heeft (17.700 huishoudens). Circa 16% van de huishoudens maakt gebruik van 1 of meer gemeentelijke regelingen voor inkomensondersteuning. Onderzoek in 2019 door het Nibud laat zien dat wanneer minimahuishoudens gebruikmaken van bestaande inkomensregelingen, ze in hun basisbehoeften kunnen voorzien.
- Vanaf halverwege 2017 nam het aantal mensen met een bijstandsuitkering af tot circa 7.000 begin 2020. Na de start van de coronapandemie steeg het aantal uitkeringen tot ongeveer 7.400. Die stijging hield niet lang aan, want sinds de zomer 2021 daalt het aantal bijstandsuitkeringen tot ongeveer 6.900 begin 2022.
- Wanneer huishoudens niet in staat zijn hun eigen financiële zaken te regelen, kan de rechter beschermingsbewind instellen. De laatste jaren was een redelijk stabiel aantal van tussen de 2000 en 2.100 huishoudens vanwege problematische schulden onder bewind geplaatst.
- Een deel van de huishoudens heeft hulp en ondersteuning op meerdere vlakken nodig. Als we kijken naar alle gemeentelijke regelingen op het vlak van zorg, jeugd, inkomen en werk, blijkt dat circa 3.400 huishoudens gebruikmaken van minstens vijf regelingen. Het veel gebruikmaken van regelingen komt naar verhouding meer voor bij eenoudergezinnen en huishoudens met een migrantenachtergrond. Ook komt het meer voor in Dukenburg, Hatert en Nije Veld.
- Via de Gezondheidsmonitor volwassenen 2020 (GGD, RIVM, CBS) zijn er diverse effecten van de coronacrisis gemeten. Een deel van de volwassenen geeft aan door de coronapandemie meer depressieve gevoelens te hebben. Het aandeel met een matig risico op een angststoornis of depressie is gestegen van 46% in 2016 naar 50% in 2020. Het aandeel volwassenen met een hoog risico hierop is gelijk gebleven.
- Verder geeft een deel van de volwassenen aan door de coronapandemie meer gevoelens van eenzaamheid te hebben. Het aandeel dat matig eenzaam is, is gestegen van 31% in 2016 naar 37% in 2020. Het aandeel, dat ernstig eenzaam is, is licht gedaald (van 12% in 2016 naar 9% in 2020).
- Ook geeft een deel van de volwassenen aan dat met door de coronapandemie minder is gaan sporten. Het aandeel dat voldoet aan de beweegrichtlijnen is afgenomen van 59% in 2016 naar 55% in 2020. Tegelijk laat de Burgerpeiling 2021 een toename zien van het aandeel dat ongeorganiseerd sport (wandelen, fietsen, wielrennen/mountainbiken). En in tegenstelling tot de landelijke trend is het percentage Nijmegenaren dat lid is van bij sportbonden aangesloten verenigingen de laatste jaren licht toegenomen.
- Positief is dat het aandeel rokers en overmatige drinkers is afgenomen.
- De Burgerpeiling 2021 laat zien dat ruim drie kwart van de Nijmegenaren de eigen gezondheid als (zeer) goed bestempelt. Het gemiddelde rapportcijfer voor hoe gelukkig men zich voelt, ligt op 7,6. Ten opzichte van 2019 zijn deze cijfers nauwelijks veranderd. We meten dus geen effect van de coronacrisis op hoe inwoners in het algemeen hun eigen gezondheid en geluk beoordelen. Daarbij moet bedacht worden dat de enquêtes voor de Burgerpeiling 2021 zijn ingevuld in een periode van relatief lichte coronamaatregelen.
- Gegevens uit de Burgerpeiling laten zien dat personen met een lagere sociaaleconomische status zich minder vaak goed gezond en zelfredzaam voelen, een lager rapportcijfer geven voor hoe gelukkig ze zich voelen en vaker afhankelijk zijn van mantelzorg. Ook de sport- en cultuurdeelname en de vrijwillige inzet voor organisaties is lager bij deze groep.
- Het aandeel 2-3-jarigen, dat van de GGD vanwege een taal- en/of ontwikkelingsrisico een indicatie voor- of vroegschoolse-educatie (VVE) heeft gekregen, is tussen 2017 en 2021 gestegen van 18 naar 22%.
- In diverse gebieden in de stad is er sprake van sterke concentraties van kinderen met een hoog risico op onderwijsachterstanden, vooral in gebieden binnen Nije Veld, Hatert, Neerbosch-Oost en Dukenburg. Nijmegen telt relatief veel basisscholen met veel achterstandsleerlingen (11 van de ruim 40).
- Ongeveer 850 kinderen tot 12 gaan naar speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Dat is relatief veel in vergelijking met de benchmarksteden.
- Naar schatting is in Nijmegen ongeveer 10% van de 16 tot 65-jarigen, rond de 12.000 personen, laaggeletterd. Dat is lager dan in Nederland, omdat de Nijmeegse bevolking relatief gezien veel jonge en hoogopgeleide mensen bevat. In de benchmarksteden loopt het percentage laaggeletterden sterk uiteen, van 7 tot 24%.
Duurzame stad
- Een toenemend aantal Nijmegenaren is zich bewust van het stroom- en gasverbruik in het huishouden (in 2021 66% van de Stadspanelleden, versus 50% in 2017). Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per woning is in 2020 licht gestegen (2.440 kWh), na een jarenlange daling (was 2.900 kWh in 2009). Het gemiddeld gasverbruik per woning, gecorrigeerd voor de buitentemperatuur, is al jaren aan het dalen, het ene jaar sneller dan het andere. In 2020 is het 1.150 m3, net als in 2019 (was 1.540 m3 in 2009). Het aandeel woningen met minimaal energielabel B steeg van 20% in 2013 naar 46% in 2020. Het aantal woningen aangesloten op stadsverwarming steeg van 2.700 in 2011 naar 6.700 woningen in 2020 (ruim 8% van alle Nijmeegse woningen).
- Tegelijk met de daling van het gemiddelde stroom- en gasverbruik van huishoudens in de afgelopen jaren, is het aantal huishoudens in de stad toegenomen. Daardoor komt de afname van het totale energieverbruik in de stad voornamelijk op het conto van het zakelijke verbruik. Het totale energieverbruik binnen Nijmegen is de periode 2008-2020 met 19,9% gedaald.
- De meeste Nijmegenaren (negen van de tien Stadspanelleden) vinden de toepassing van duurzame energie belangrijk. Het aantal woningen met een zonnestroominstallatie is gestegen van ruim 400 in 2011 naar 11.950 in 2020 (14,5% van de woningen). Ook het aantal bedrijven met een zonnestroominstallatie is fors gestegen, van 131 in 2015 naar 541 in 2020.
- Naast de zonnestroom, zijn de vier windturbines langs de A15 goed voor 10 megawatt. In 2022 komen daar twee windturbines bij de sluis van Weurt bij. Vier van de tien Stadspanelleden is in principe voorstander van plaatsing van windmolens binnen onze gemeente. Over het algemeen heeft men liever dat windmolens buiten de directe woonomgeving worden geplaatst, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen of aan de rand van de stad.
- Het percentage hernieuwbare energie - ook wel duurzame of groene energie genoemd - is in Nijmegen toegenomen van circa 2% in 2016 naar 4,2% in 2019. Een actueler cijfer is nog niet beschikbaar.
- Het percentage gescheiden ingezameld huishoudelijk afval is in Nijmegen hoog. In 2020 ligt het op 70,4% van het ingezamelde en gebrachte afval. Van de benchmarksteden scoort alleen Maastricht nog iets hoger (71,3%). Als we de nascheiding van niet gescheiden aangeleverd afval meerekenen, komt het percentage gescheiden ingezameld huishoudelijk afval op 73%. Een deel van de Nijmegenaren (Stadspanelleden) denkt het huishoudelijk afval beter te kunnen scheiden dan men nu doet: 20% beter en 26% iets beter.
- Het percentage huishoudens, dat vaak geluidsoverlast ervaart, is toegenomen van 13,5% in 2015 naar 17% in 2021. Ook het percentage huishoudens, dat vaak stankoverlast ervaart, is iets toegenomen tot 5% in 2021. In Nijmegen-Nieuw-West geven relatief veel huishoudens aan vaak stankoverlast te ervaren (15%).
Sterker toegenomen is het percentage bewoners dat regelmatig of vaak warmteoverlast in de eigen woning ervaart, namelijk van 19% in 2017 naar 28% in 2021. - Het percentage bewoners dat ontevreden is over de hoeveelheid groen in de buurt is toegenomen van 6% in 2017 naar 10% in 2021.
Brede welvaart
Welvaart is breder dan economische ontwikkeling. Brede welvaart gaat over de kwaliteit van leven en van de omgeving waarin mensen leven. Dimensies van brede welvaart zijn welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. De regionale Monitor Brede Welvaart van het CBS geeft zicht op hoe Nijmegen zich op die dimensies ontwikkelt.
- Positieve trendmatige ontwikkelingen (gemeten vanaf 2013) zijn een toename van het besteedbaar inkomen van huishoudens, de arbeidsparticipatie, het aandeel hoog opgeleiden, particulier opgewekte zonne-energie en groen-blauwe ruimte (o.a. stedelijk groen, wateren, bermen en bomenrijen) en een afname van criminaliteit en emissies van fijnstof naar lucht. Een negatieve ontwikkeling is de toename van schulden bij huishoudens (inclusief hypotheekschulden en studieschulden).
- Positieve recente ontwikkelingen - als we kijken naar het verschil tussen de laatste twee metingen - zijn een toename van particulier opgewekte zonne-energie, het besteedbaar inkomen van huishoudens, het vermogen van huishoudens en het vertrouwen in instituties (Tweede Kamer, politie en rechters) en een afname van de geregistreerde criminaliteit. De recente vergelijking laat geen negatieve ontwikkelingen zien.